Het zal je maar gebeuren: je vindt pasgeboren kittens die door hun moeder verstoten zijn. Gelukkig kan jij ook moederpoes zijn! In deze reportage vertel ik je alles over weeskittens grootbrengen. 

Weeskittens grootbrengen, werk aan de winkel

Zondagochtend. Ik zit met een kop thee op de bank en wrijf gapend de slaap uit mijn ogen. Ik bereid me voor op een welverdiende rustdag na een drukke week. Dan gaat de telefoon. Iemand die op de camping woont waar ik dagelijks de zwerfkatten voer, heeft een groot probleem: een zwerfpoes is in zijn tuin bevallen van twee kittens, maar mams is al de hele nacht en ochtend weg en het lijkt er niet op dat ze nog terugkomt. Haar kleintjes schreeuwen van de honger en voelen koud aan. Er is dus meteen werk aan de winkel.

 

Snel handelen

Ik race naar de man die me belde, in mijn auto een plastic bak met daarin een knuffelbeer op een zachte, dikke plaid, die wordt opgewarmd door een onderliggende kruik. Jonge kittens kunnen hun lichaamstemperatuur niet zelf reguleren en moeten dus continue warm gehouden worden. De knuffel heb ik erin gezet omdat kittens graag ergens tegenaan kruipen. Bij aankomst tref ik twee bibberende, maar luid schreeuwende kattenbaby’s aan van nog geen 100 gram; broer en zus, moederziel alleen. Hun navelstreng zit er nog aan.

Ik neem de kittens over en zet ze in de bak. Ze vallen vrijwel meteen in slaap. Vijf minuten later ben ik thuis en leng ik het poeder van kunstmelk voor kittens aan met gekookt water. Nadat ik het drinkflesje gevuld heb, controleer ik voordat ik ga voeren of de temperatuur van de melk goed is, door wat druppels op de achterkant van mijn hand te laten vallen. De melk mag niet koud zijn, dan drinken de kleintjes niet. Maar te warm is ook niet goed, dan verbranden ze hun keel. Ik hou mijn eigen lichaamstemperatuur aan.

Het is even worstelen voordat het eerste kitten, een mannetje dat ik Levi noem, de speen accepteert. Hij had natuurlijk zijn zinnen op de tepels van zijn moeder gezet en zo’n speen is dan maar een rare toestand. Maar als hij ontdekt dat er melk uitkomt, geeft hij al snel toe. Hij drinkt goed, en veel. Ik moet hem na 5 milliliter stoppen, want jonge kittens kunnen ‘overdrinken’ en vervolgens gaan braken.

 

Helpen met de stoelgang

Omdat ze geen moeder meer hebben en ik nu de weeskittens ga grootbrengen, moet ik ze ongeveer de eerste vier weken helpen met ontlasten en urineren. Een moederpoes likt haar kittens over de anus en directe omgeving en stimuleert zo dat de kleintjes hun boodschap doen. Ik imiteer dit door met een vochtig watje (een doekje mag ook) voorzichtig over die zone te wrijven. En hopla, het eerste plasje komt er al aan! Om de darmen een beetje op gang te brengen, masseer ik vervolgens zacht het buikje van het bolletje wol, dat dientengevolge begint te spinnen. Nou ja, ‘spinnen’… Dat is een groot woord. Het klinkt meer als een zacht pruttelen, maar de boodschap is duidelijk: hij is voor nu tevreden.

Met zijn buikje vol leg ik hem terug in zijn nest. Hij vindt het iets te warm en kruipt naar een hoekje, waar de warmte van de kruik die onder de plaid ligt niet komt. Het is belangrijk dat kittens dit kunnen doen als ze het warm hebben; er moet altijd een plekje beschikbaar zijn in hun nestje waar ze een beetje kunnen ‘afkoelen’. Levi’s zusje Leah is vervolgens aan de beurt en ook zij pruttelt als een oude Puch wanneer ze met een vol buikje naast haar broer belandt. De eerste voeding zit erop. Over ruim twee uur zijn ze weer aan de beurt, dus ik zet de timer op mijn telefoon.

 

Tekst gaat verder onder de afbeelding

 

Pleegpoes of doe-het-zelf?

Kittens zijn mijns inziens altijd het beste af bij hun moeder. Hoe goed we ons als mensen ook over hen ontfermen, we kunnen nooit de zorg van hun moeder 100 procent kopiëren. Plus: kunstmelk is van goede kwaliteit, maar mist de belangrijke afweerstoffen die in de moedermelk zit van een poes die net bevallen is. Als er dus weeskittens op je pad komen, is het geen slecht idee om in de omgeving te informeren naar eventuele moederpoezen, die een klein nestje hebben gehad of wiens kittens het niet hebben gered. Dan zou je in principe – als de poes ermee akkoord gaat – de weeskittens bij haar aan kunnen leggen.

In het geval van Levi en Leah was er geen alternatieve moederpoes beschikbaar. Hun biologische moeder liet na een paar dagen wel haar gezicht zien en dus probeerden we in een veilige omgeving om de kittens weer aan haar te koppelen. Maar na een paar uur van blazen en boos weglopen bleek dat de poezendame echt geen interesse had in het zelf grootbrengen van haar kroost. En dus pakte ik het grootbrengen van de weeskittens weer op.

Voeren, masseren, afvegen, kruik verversen, dekentjes verschonen… en dit in de herhaling, elke paar uur, dag en nacht. Het is vooral in het begin een beetje een uitputtingsslag, maar als je bij het dagelijkse wegen van je kittens merkt hoe snel ze groeien en als ze hun piepkleine pootjes op je hand leggen bij het drinken, weet je weer waar je het voor doet. Kleine wezentjes klaarstomen voor de grote wereld is een heel bijzondere belevenis.

 

Verstopping en diarree

Door het gebruik van kunstmelk komt het regelmatig voor dat de kittens verstopt raken. Om te voorkomen dat je kitten verstopt gaat zitten, kun je eventueel de kunstmelk voor een derde aanmengen met koffieroom (geen koffiemelk!). Bijvoorbeeld: een kitten van 200 gram mag 5 ml hebben aan voeding. Op 3,5 milliliter kunstmelk kun je dan 1,5 ml room toevoegen. Een andere mogelijkheid is een paar druppels zonnebloemolie in de kunstmelk. Als een kitten echt volledig verstopt zit, kan het nodig zijn om hem te laxeren. Raadpleeg hiervoor een dierenarts.

Omgekeerd kan het ook diarree voorkomen. Hoewel door de vloeibare voeding de ontlasting altijd wat dunner is, is zeer waterige of slijmerige, dunne ontlasting gevaarlijk voor een kwetsbaar kitten. Zo lang het diertje blijft drinken en levendig is, hoef je je geen grote zorgen te maken. Erg jonge kittens zijn echter een bron van zorgen, zeker als ze stoppen met drinken. Zoek in zo’n geval een dierenarts op, ook als je diertje niets meer binnenhoudt en naast de diarree ook moet braken. Het zal dan slap en apathisch zijn. De arts zal waarschijnlijk een glucosezoutoplossing toedienen.

Een goede hygiëne is overigens bijzonder belangrijk in de omgang met jonge katjes. Was altijd je handen en alle hulpmiddelen uitvoerig voordat je de diertjes verzorgt en voert. Moederloze kittens zijn namelijk extra vatbaar voor infecties.

 

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

 

Vast voedsel

De voedingsrichtlijn voor kittens (zie schema hieronder) kan soms wat afwijken. Zo drinken sommige kittens vaker maar minder, en andere meer, maar minder vaak. Vanaf vijf tot zes weken kun je je kittens langzaamaan over gaan zetten op vaste voeding. Doe dit echter pas als het kitten hier aan toe is en dwing dit beslist niet af. Leah en Levi wilden bijvoorbeeld naast hun kittenvoer (blikvoeding en minibrokjes) nog tot hun negende week ook met de fles gevoerd worden. Daarna waren ze zelfstandig genoeg om de fles te weigeren. Door je katje elke dag te wegen, hou je scherp in de gaten of hij voldoende voedsel binnenkrijgt en dus de juiste kant op gaat. Voer bij als je kitten onvoldoende aankomt.

 

Basisschema voor het voeden van fleskittens

Kittens flesvoeding geven is een 24/7 bezigheid. Je zult er dus ook ’s nachts uit moeten, vooral de eerste weken. Bij onderstaande richtlijnen gaan we uit van het gewicht van een kitten.

100-200 gram: om de 2 uur 2,5 tot 5 ml (maximaal 60 ml per 24 uur).
200-300 gram: om de 2 tot 3 uur 5 tot 12,5 ml (maximaal 120 ml per 24 uur).
300-360 gram: om de 3 uur 12,5 tot 15 ml (maximaal 120 ml per 24 uur).
360-500 gram: om de 4 uur 15 tot 30 ml (maximaal 200 ml per 24 uur).
500-750 gram: om de 5 uur 20 tot 35 a 40 ml per keer. (Het kitten stopt op deze leeftijd zelf als het vol zit.)

Dit zijn de richtlinnen en een dier kan afwijken. Sommige kittens drinken frequenter, maar minder. Andere kitten drinken meer, maar minder vaak. vanaf 5 tot 6 weken wordt het kitten gefaseerd overgezet op vaste voeding.

 

Tekst gaat verder onder de afbeelding

 

Socialiseren gaat bijna vanzelf

Hoewel het wereldje van je weeskittens de eerste paar weken erg klein is en ze voornamelijk zullen slapen, kun je wel al met de socialisatie beginnen. Dit doe je eigenlijk al door de diertjes op te pakken, te strelen en te voeren. Praat tegen je kitten met een zachte stem en zet een muziekje op als je met hem bezig bent. Of de televisie; zo went hij aan normale geluiden binnenshuis.

Naarmate de kittens ouder worden en de wereld om zich heen gaan verkennen, kun je ze laten kennismaken met alles wat ze de rest van hun leven zullen tegenkomen: andere katten, andere mensen, honden, nieuwe geluiden, merken voeding etc. Ik heb twee grote honden die erg sociaal met katten omgaan. Zo hebben Levi en Leah op een verantwoordelijke wijze geleerd hoe ze met hen moeten communiceren en wat onderling acceptabel gedrag is. Leven als kat en hond is er voor hen niet bij; ze zijn zo dol op elkaar dat ze vol overgave hun mandjes delen.

 

Inenten, ontwormen & chippen

Een andere belangrijke zaak is het ontwormen van je kittens. Ze dragen vrijwel allemaal wormen in zich mee en vanaf een leeftijd van circa drie weken moeten ze dan ook regelmatig ontwormd worden. Hier zijn speciale producten voor verkrijgbaar; laat je bij voorkeur adviseren door je dierenarts. Het is van groot belang dat je je kitten nauwkeurig weegt voordat je het middel toedient: teveel is schadelijk en te weinig haalt niets uit tegen inwendige parasieten. Let op: Als je geen wormen in de ontlasting van je kittens vindt, wil dit niet zeggen dat de diertjes niet besmet zijn. Ontwormen is een must, evenals vlooienbestrijding – vlooien brengen overigens ook wormen over. Voor kittens en jonge katten zijn ook speciale vlooienbestrijdingsmiddelen verkrijgbaar, afgestemd op hun beperkte gewicht.

Inenten is ook een must. Dit gaat van start vanaf circa drie weken, afhankelijk van de gebruikte entstof. Normaal gesproken is dat acht weken, maar moederloze kittens hebben niet met afweerstoffen gevulde biestmelk van hun moeder gedronken en zijn daarom kwetsbaarder voor ziektes. Katten- en niesziekte zijn twee veel voorkomende vaccinaties. Soms wordt daar FeLV (kattenleukemie) en Chlamidophyla aan toegevoegd. En als je dan toch bij de dierenarts bent: laat je kitten chippen en registreer hun chipnummers op jouw naam en adres/telefoonnummer. Mochten ze dan per ongeluk eens vroegtijdig gaan wieberen, is de kans groter dat jullie herenigd worden.

 

Tekst gaat verder onder de afbeelding. 

 

Een thuis voor altijd

Voor Levi en Leah zocht ik na negen weken een thuis waar ze samen verder mochten opgroeien. Er kwam echter geen geschikte kandidaat voorbij om de weeskittens groot te brengen en omdat ik het hechte duo niet uit elkaar wilde halen, zijn ze uiteindelijk bij mij gebleven. Dat is echter niet voor iedereen een mogelijkheid, dus wat doe je met je kittens als ze klaar zijn om de wijde wereld in te trekken?

Zet ze niet op Marktplaats of dergelijke dieronvriendelijke websites, maar zoek naar een betrouwbare adoptant in de kring van je familie, vrienden, kennissen en collega’s. Levert dat niets op, maak dan gebruik van het netwerk van een goed bekend staande stichting of organisatie, uiteraard in overleg. Leg daarbij wel vast dat castratie/sterilisatie van het dier vanaf een leeftijd van zes maanden verplicht moet worden; er zijn immers al genoeg – zo niet veel teveel – katten zonder baasje.

Weeskittens grootbrengen is dankbaar en mooi werk, al is het bijzonder tijdrovend en kan het soms ook verdrietig zijn. Je moet je realiseren dat niet alle kittens het redden. Ze zijn bijzonder kwetsbaar en veel aangeboren afwijkingen worden pas na een tijd zichtbaar.

De zwerfpoes die Levi en Leah op de wereld zette, is inmiddels gesteriliseerd, gechipt en gevaccineerd, waarna ze is terug gezet op haar vaste stekje bij de voerplaats. En Levi en Leah – inmiddels elf weken jong – stuiteren vrolijk door het leven, volop genietend van alles wat het te bieden heeft.

 

Ook interessant voor jou: