Kattenbaasjes vragen zich soms af of hun kat een soortgenoot als gezelschap nodig heeft. Natuurlijk, het dier is van nature solitair. Toch blijken huistijgers ook eenzaamheid te kennen en vriendschap van een andere kat soms te waarderen. Moeten we de mythe van katten als eenlingen overboord gooien?

 

Hoe kan het dat een kat een vriendje nodig heeft?

De oorzaak dat sommige katten toch de vriendschap van een soortgenoot nodig hebben, ligt in ieder geval deels bij ons. Hoewel wij mensen steeds minder vaak met andere mensen samenleven, ontwikkelen katten zich steeds meer tot sociale partners. Dit dankzij hun indrukwekkende aanpassingsvermogen. De kat wordt al sinds tijden als huisdier gehouden en is inmiddels gewend aan het leventje dat wij hem bieden: als zelfstandig boerderijdier, als enige dier in een huishouden of  als onderdeel van een groep huisdieren.

 

Maar een kat blijft een eenling, toch?

Ongezellige eenlingen, iets wat we vaak horen over katten, zijn deze dieren absoluut niet. Ze willen alleen niet bij alles wat ze doen gezelschap hebben. Enkel al het feit dat een kat een hechte band met zijn mens kan vormen, toont aan dat hij geen echte eenling meer is. De aandacht van een gemiddelde huistijger zal echter wel minder op het baasje gericht zijn dan die van een gemiddelde hond. Katten zijn immers geen roedeldieren, het sociaal vleien zit daarmee in eerste instantie minder in hun overlevingsinstinct.

 

Maar als een kattenmaatje een gunstiger leven oplevert…

Katten zijn slim, heel slim. Zodra een gunstigere manier van leven zich aanbiedt, passen de dieren zich binnen enkele generaties aan. Dan wordt er opeens geknuffeld, terwijl hun grootvaders elkaar nog in de haren vlogen. Of smeden de dieren samen een pact om aan eten te komen. En soms vinden ze ook in een ander diersoort, zoals een hond, een prima ‘partner in crime’.

 

Katten een maatje nodig

 

Socialisatie kitten speelt belangrijke rol

Hoe een individuele kat op soortgenootjes reageert, hang deels af van hoe zijn eerste levensweken eruitzagen. Kittens die goed gesocialiseerd worden, blijven vaak ook als volwassen kat zeer verdraagzaam naar andere dieren toe. Socialisatie betekent in dit geval: opgroeien met veel mensen en dieren, met moeder, broers en zusjes, en dit het liefst zo lang mogelijk in een liefdevolle en veilige omgeving.

 

Iedere kat verschilt in zijn behoefte aan een maatje

Op de hamvraag of katten een maatje nodig hebben, is geen standaard antwoord te geven. Iedere huistijger is daarin weer anders. Sommigen hebben bijvoorbeeld een aanhankelijk karakter, waar anderen eerder op zichzelf zijn. Mogelijk heeft je kat voldoende aan alleen jouw gezelschap en komt hij snel in conflict met een andere kat. Kijk vooral naar het karakter, gedrag en communicatie van je kat. Laat hij eenzaamheid zien terwijl jij hem dagelijks volop aandacht geeft? Overweeg dan of een tweede kat welkom zou zijn.

 

Tekst gaat onder afbeelding verder.

katten een maatje nodig 2

 

Binnenkatten hebben eerder behoefte aan gezelschap

Katten die alleen binnenshuis leven zullen doorgaans eerder behoefte hebben aan een soortgenootje. De prikkels van buiten moeten bij deze dieren zoveel mogelijk naar binnen worden gehaald, het liefst 24 uur per dag, 7 dagen per week. Het tegenkomen van een andere huistijger kan daar onderdeel van zijn, maar er is meer nodig om een binnenkat gelukkig te maken en te houden:

Het verlanglijstje van een binnenkat

 

De beste match voor katten

Ervaring leert dat vooral kattenbroertjes – en zusjes het samen goed kunnen vinden, mits ze vanuit het nest direct samen in een nieuw huis geplaatst worden. Wil je een soortgenoot plaatsen bij een volwassen kat, dan hangt het helemaal af van de karakters van beide katten welke combinatie geschikt zal zijn. Kijk ook naar de leeftijd van beiden katten. Het is doorgaans niet verstandig om een kitten bij een bejaarde huistijger te plaatsen. De levensbehoeften van deze twee liggen té ver uit elkaar. Ga overigens tijdig over op castratie wanneer je kat een vriendje krijgt en deze van het andere geslacht is.

Bron: Hart voor Dieren Magazine