Wie in een drukke straat met veel verkeer woont, laat zijn kat meestal niet naar buiten. Ook raskatten komen maar zelden buiten. Hoe huistijgers desondanks een soortgericht leven kunnen leiden, lees je hier.

Dit artikel komt uit Hart voor Dieren magazine – neem nu een abonnement!

Niet alle katten willen of kunnen naar buiten. Om ervoor te zorgen dat ze ook binnen gelukkig worden, moet je je woning zo inrichten dat je katten al hun natuurlijke gedrag erin kunnen uitleven.

Krabpaal is een must

Katten scherpen niet alleen hun nagels aan de krabpaal, ze markeren er ook hun territorium. Met elke krab aan de paal geven de poten een stofje af dat wij niet kunnen ruiken, maar dat voor andere katten een duidelijke boodschap bevat. Het stofje biedt informatie over het geslacht en de conditie van de dieren. Wie meerdere katten heeft, kan dit gedrag observeren: zodra er een kat aan de paal gekrabd heeft, krabt de volgende eraan en probeert met zijn pootjes nog wat hoger te geraken. Daarmee geeft hij aan dat hij opgewassen is tegen de andere kat – zo niet sterker. Een ideale krabpaal heeft meerdere etages, kan niet omvallen en nodigt uit met een holletje, een slaaphuisje en een platform.

De geliefde uitkijkplek

Katten willen graag overzicht over hun rijk hebben. Dit kan vanaf het bovenste platform van de krabpaal zijn, een kast, een plank of wat dan ook, als het maar hoog geplaatst is. Maar alleen dit uitzicht is niet voldoende. Een plekje bij het raam waar de kat naar buiten kan kijken is ook een must. Zorg daarom dat de vensterbank leeg is en laat je kat er naar vogels en andere interessante diertjes kijken.

Een rustig plekje om zich terug te trekken

Gaat het erbij jou soms rumoerig aan toe, heb je regelmatig bezoek of spelen er kinderen in huis? Dan is je kat je dankbaar voor een rustig plekje, waar hij zich terug kan trekken als het hem teveel wordt. Een klein slaapholletje in een rustige hoek van de woning komt het beste tegemoet aan deze behoefte. Natuurlijk alleen als het niet direct naast de tv of wasmachine ligt.

Twee keer per dag jagen

Uiteraard zit je kat vol omdat je hem met lekkere hapjes verwent. Maar dat bevredigt niet al zijn instincten. Want de voedingspatronen van een kat zijn deels aangeboren gedrag: een prooi ontdekken, besluipen, verstarren, in positie brengen, grijpen, doden, opeten. Verstop daarom wat lekkers in een doosje dat je met krantensnippers hebt gevuld. Laat eens een pluchen muisje aan een hengel door het huis bengelen. Laat je kat eens een balletje vangen en met zijn tanden en nagels bewerken. Katten spelen in de regel het liefst ’s morgens na een uitgebreid dutje, en in de late namiddag, voordat ze gaan slapen.

Wat ontbreekt er nu nog? De knuffelmomenten met jou zijn voor je binnenkat ontzettend belangrijk. Neem daarom uitgebreid de tijd om te aaien, knuffelen en kriebelen, want daarmee maak je je kat intens gelukkig en tevreden.