Vegan, glutenvrij, functional food: voertrends zijn er ook voor onze huisdieren. Maar hebben ze deze speciale voeding wel nodig? En hoe ziet een goede,  soortgerichte voeding eruit? Wij brengen opheldering.

 

Voertrends

Erg lang geleden is het nog niet, dat onze honden en katten de kliekjes van hun baasjes te eten kregen: pasta, brood, kaas, vleesresten, botten … Hoewel deze manier van voeren in armere gebieden tegenwoordig nog standaard voorkomt, ziet de voerbak van veel huisdieren in de Westerse wereld er heel anders uit. Diereneigenaren hebben een  werkelijk reusachtige keuze aan nat- en droogvoer. De dozen, blikken en zakken van verschillende fabrikanten vullen meerdere schapmeters. Er zijn exotische vleessoorten zoals kangoeroe, struisvogel en buffel, toevoegingen voor een glanzende vacht en sterke tanden, speciaal voer voor gecastreerde of chronische zieke dieren en nog veel meer verkrijgbaar. Daarbij valt één ding op: de trends in de huisdierenvoeding komen toenemend overeen met onze eigen eetgewoonten. Sinds steeds meer mensen prijs stellen op gezonde voeding, duiken er ook meer labels zoals ‘biologisch’ of ‘suikervrij’ op op verpakkingen van honden- en kattenvoer: een indicatie dat het voedsel vooral de eigenaar moet smaken – en niet het dier. Of zit er een kern van waarheid in de zogenaamd gezonde innovaties? Wij duiken in de actuele voedingstrends en geven tips over hoe een gezonde, soortgerichte voeding eruit kan zien.

Gezonde biologische kost?

Steeds meer mensen willen bewuster eten en kopen daarom biologisch vlees, De bio-industrie heeft gereageerd op deze trend: veel bedrijven hebben hun productie op biologische waar ingesteld. Hierbij is het soortgericht houden van dieren mogelijk; dieren als koeien en kippen hebben meer ruimte tot hun beschikking en krijgen voer van ecologische afkomst. Dit komt natuurlijk tot uiting in de vleeskwaliteit van steaks, gehakt en co. – maar ook in de prijs. Hetzelfde geldt voor biologisch katten- en hondenvoer, dat wordt geproduceerd van de restanten van de biologische vleesproductie: uiteindelijk zit in diervoeding dat wat ons mensen niet zo goed smaakt, bijvoorbeeld hart, maag en longen. Wie kiest voor een biologische producent, ondersteunt actief betere leefomstandigheden voor dieren als koeien, kippen en schapen – uit het oogpunt van ‘dierenbescherming’ is biologisch voer dus absoluut de betere keuze. Het is echter niet per se gezonder. Vooral kattenbaasjes moeten goed op de voedingsstoffen letten. Vaak is er namelijk veel groente gemengd door biologisch voedsel, wat door huistijgers minder goed wordt verteerd. Zij zijn echte carnivoren en hebben voeding nodig met een hoog aandeel vlees en ingewanden. Alleen in dat geval is biologisch voer zonder problemen aan te bevelen.

voertrends

Vegetarisch en veganistisch

Een andere voedingstrend is plantaardige kost: er komen steeds meer vegetariërs en veganisten bij. Het meest recente onderzoek geeft een schatting van zo’n 700.000 vegetariërs en 70.000 veganisten in Nederland. Velen van hen hebben honden en katten en willen hun bewuste levenswijze overdragen op hun viervoeters – ofwel omdat ze denken hun dier daarmee goed te doen, ofwel omdat ze de bio-industrie hekelen. Klimaat- en milieu-aspecten lijken ook bij te dragen aan de verhoogde vraag naar vegetarische en veganistische dierenvoeding. Puur plantaardige voeding voor onze huisdieren is echter uiterst omstreden. Gebit en spijsverteringsstelsel van honden en katten zijn voornamelijk gericht op dierlijk voedsel. Al is er wel een klein verschil: honden hebben de neiging om alleseters zijn. Ze kunnen ook fruit, groente en zetmeelrijk voedsel verwerken. Katten zijn als strikte vleeseters aangewezen op bepaalde voedingsstoffen, die uitsluitend in dierlijke kost voorkomen. De ideale maaltijd voor een kat is en blijft een muis: dit prooidier bevat alle voedingsstoffen die een kat nodig heeft om te overleven. De enige plantaardige kost die een kat op natuurlijke wijze tot zich neemt, bevindt zich in de maag van de muis. Desondanks is in de handel een scala aan mogelijkheden beschikbaar wat plantaardig voedsel voor honden en katten betreft. In dat voedsel zitten naast sojaproteïnen en granen ook verschillende additieven, zoals gist. Wie zijn dierlijke medebewoners vegetarisch of veganistisch zou willen voeren, bijvoorbeeld omdat het dier een allergische reactie heeft op dierlijk eiwit, moet het menu absoluut laten controleren door een specialist. Deze kan vaststellen of alle essentiële voedingsstoffen in de juiste hoeveelheden in het voer zitten. 

Functional Food

Talrijke levensmiddelen beloven een gezonde meerwaarde: op de tafel van veel consumenten landen producten als margarine met cholesterolverlagende stoffen en yoghurt met bacterieculturen die de spijsvertering bevorderen. Deze trend heet ‘Functional Food’ en de ontwikkeling dringt ook door tot de dierenvoeding: ruim een derde van alle honden- en kattenbaasjes geeft volgens marktonderzoek aan voeding voor hun dieren te kopen die gezondheidsvoordelen belooft, zoals  sterke botten of een stralende vacht. Met name suikervrije en graanvrije c.q. glutenvrije voeding is de afgelopen jaren steeds populairder geworden. Suiker staat bekend als ziekmaker en wordt verantwoordelijk gehouden voor het veroorzaken van chronische ziektes als diabetes mellitus. Of hier werkelijk een duidelijke samenhang bestaat is echter omstreden, omdat langlopende studies ontbreken. De hoofdoorzaak van de gevreesde suikerziekte is overgewicht, wat echter niet per se iets met koolhydraten te maken heeft. Hier speelt een tekort aan beweging bij honden en katten een grote rol.

voertrends

Rauw = beter? 

Een heet hangijzer onder dierenhouders is het onderwerp BARF. Bij deze voermethode geeft men honden en katten rauwe ingrediënten te eten, zoals vlees, ingewanden, botten, vis, groente en eieren; de maaltijd moet zoveel mogelijk tegemoetkomen aan de samenstelling van een prooidier. BARF is een afkorting van ‘Bones And Raw Food’ of ook ‘Biologically Appropriate Raw Food’.  De zelfgemaakte rantsoenen zijn gebaseerd op de voedingsgewoonten van de wilde voorouders van onze honden en katten en zijn een populair alternatief geworden voor het eindproduct uit het blikje of de zak – niet in de laatste plaats omdat baasjes zich vaak afvragen wat er precies zit in industrieel geproduceerd nat- en droogvoer. Toch is er ook op deze voedingswijze de nodige kritiek. Door het gebruik van rauw vlees kunnen zich ziekteveroorzakers vermenigvuldigen die ook voor de mens gevaarlijk kunnen zijn. Plus: de eigenaar moet zich nauwlettend houden aan de voedingsbehoeften van zijn dier. Bij een onvolledige samenstelling van de BARF-maaltijden dreigen er maag-darmproblemen, een te hardwerkende schildklier en een voedingsstoftekort of -overschot. Wie zijn dier wil overzetten op rauw voedsel, kan zich het beste eerst door een dierenarts laten adviseren. 

Individuele behoeften

Hoe ziet een soortgerichte diervoeding er dus uit? Een pasklaar antwoord is er niet. Een jong dier heeft andere voeding nodig dan een senior, een kat met nierziekte heeft wat anders nodig dan een hond met diabetes. Belangrijk is in ieder geval dat je niet je eigen overtuigingen boven de eisen van de dieren stelt en dat je niet verblind wordt door reclamebeloften. We willen allemaal het beste voor onze dieren-
maatjes en we hopen dat ze lang mogen leven. Gezonde voeding speelt daarbij een heel belangrijke rol. De nieuwe ontwikkelingen op de huisdiervoedingsmarkt zijn niet fundamenteel goed of slecht. Het is de moeite waard om goed te kijken en niet gewoon maar alles over te nemen wat ‘in’ is. Als je een van de trends wil uitproberen, spreek dan eerst met de dierenarts. Dan voer je jouw lieveling zeker op moderne wijze – en gezond.

 

voertrend

Extra: Checklist grondstoffen diervoeding

Wat hoort er absoluut in de voerbak? En welke levensmiddelen kun je beter vermijden?
Wij laten zien wat diervoeding gezond maakt.

Kattenvoedsel
Wel: dierlijke eiwitten, onder andere uit vlees, vis en eieren; ingewanden zoals lever en hart; vitamine A, D en B12; aminozuur taurine; dierlijke vetten, vooral uit vlees, vis en gevogelte; mineralen: calcium, fosfor, magnesium, natrium, kalium; verschillende sporenelementen, zoals ijzer, jodium, zink en koper; plantenvezels (ook wel ruwe vezels of ballaststoffen genoemd).
Niet: grote hoeveelheden zout; kruiden en specerijen; uien en knoflook; avocado; rauw varkensvlees; rauwe aardappelen; rauwe bonen.

Hondenvoedsel
Wel: eiwitten uit vlees, granen en ingewanden, zoals lever en hart; calcium en fosfor; verschillende sporenelementen zoals ijzer, jodium, zink en koper; in vet oplossende vitaminen A, D, E en K; in water oplossende vitaminen uit de B-complex.
Niet: chocolade en koffie; druiven en rozijnen; zoetstoffen zoals xylitol; macadamianoten en amandelen; rauw varkensvlees; rauwe nachtschadegewassen, zoals aardappels en groene tomaten; pitten c.q. stenen van vruchten; hop; alfalfa. 

Bron: Hart voor Dieren  |  Auteur: Dr. Julia Fritz, specialist diervoeding en dierenarts

Ook interessant voor jou:
8 eettips voor kieskeurige katten
Versterk het immuunsysteem van je hond

nieuwsbrief