Teken steken de kop weer op. Deze parasieten kunnen gevaarlijke ziektes overdragen, onder meer op honden. Wij gaan dieper in op de drie meest voorkomende ziektes die via tekenbeten door worden gegeven en hoe je je hond kunt beschermen tegen deze ziekteverwekkers.

 

Tekenziektes door nare bloedzuigers

Teken zijn gevaarlijke bloedzuigers, daar zal geen misverstand over bestaan. Maar het kleine beetje bloed dat van een hond wordt opgenomen tijdens een tekenbeet, kan geen ernstige schade veroorzaken. De ziektes die een teek via zijn speeksel door kan geven daarentegen wel. Zo kan de parasiet de ziekte van Lyme (Lyme Borreliose), anaplasmose en babesiose veroorzaken. De overdracht van het TBE-virus dat teken-encefalitis veroorzaakt en bij mensen kan leiden tot gevaarlijke ontstekingen van de hersenen of het hersenvlies, heeft meestal geen effect op de hond.

 

Eén op de vijf teken

Lyme Borreliose is de meest voorkomende infectie door teken bij mens en hond. Het gaat hierbij om de overdracht van de Borrelia-bacterie. Zo’n twintig procent van de teken in Midden-Europa draagt deze bacterie met zich mee. In sommige gebieden is het aantal hiermee besmette teken zelfs 1 op 3.

Mensen reageren gevoeliger op een infectie met de Borrelia-bacterie dan honden en lijden vaak zwaarder aan de ziekte van Lyme dan viervoeters. Het afweersysteem van de meeste honden kan de bacterie doden voordat deze schade aanricht. Helaas werkt het echter niet altijd optimaal. Wanneer de Borrelia-bacterie zich permanent vestigt in een hondenlijf, volgt er vaak een sluimerende ziekte.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

teek

 

Verloop van Lyme Borreliose

Na een korte ziekte ongeveer een tot twee weken na de infectie, die behalve wat verlies van eetlust en een licht verhoogde lichaamstemperatuur geen verdere symptomen veroorzaakt en na één of twee dagen voorbij is, lijkt er lang niets te gebeuren. Pas weken of maanden later verschijnen er typische symptomen van de ziekte van Lyme, zoals pijnlijke artritis en kreupelheid.

In de regel ontsteken de gewrichten die het dichtst zitten bij de plaats waar de hond door de teek gebeten werd. Koorts, verlies van eetlust en vermoeidheid kunnen de kreupelheid begeleiden. Typerend is een veranderende mankheid, waarbij de hond eerst aan één kant kreupel raakt en soms juist weer aan de andere kant van het lichaam. Deze symptomen kunnen verdwijnen zonder therapie, maar verschijnen enkele maanden later en verergeren dan.

Ook ernstige nierinfecties werden in individuele gevallen geassocieerd met de ziekte van Lyme. Omdat deze voornamelijk voorkomen bij bepaalde rassen zoals Berner Sennenhonden, is het waarschijnlijk dat een bepaalde erfelijke aanleg van de honden betrokken is bij het ontstaan ​​en de omvang van de nierschade.

 

Diagnose en therapie

Omdat wisselende gewrichtsontstekingen (artritis) ook door andere ziektes kunnen worden veroorzaakt, controleert de dierenarts zijn verdenking op de ziekte van Lyme door verschillende bloedonderzoeken uit te voeren. Bij eerste test worden antistoffen opgespoord. Daarmee kan de arts bevestigen of uitsluiten dat de hond contact heeft gehad met de Borrelia-bacterie. Een positieve antistoffentest betekent niet per se dat de hond acuut de ziekte van Lyme heeft. Als de detectie van antilichamen positief is, zorgt de dierenarts voor verdere onderzoeken die de ziekte betrouwbaar kunnen opsporen.

De ziekte van Lyme wordt behandeld met antibiotica, welke tweemaal daags worden toegediend gedurende ten minste veertien dagen en in hoge doses. Bij patiënten met gewrichtsontsteking moet de therapie binnen enkele dagen effect hebben. Toch is het niet altijd mogelijk om alle Borrelia-bacteriën in het lichaam van de hond te doden. Terugval is daarom ook na jaren nog mogelijk. Naast een antibioticabehandeling kunnen gelijktijdige maatregelen zoals pijntherapie, verlichting van de ontsteking in de gewrichten of ondersteuning van het gehele metabolisme, nuttig zijn om blijvende gewrichtsschade te voorkomen. In het geval van een nieraandoening moeten medische- en dieetmaatregelen worden genomen om de nierfunctie te behouden.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

 

Anaplasmose

Een andere tekenziekte is anaplasmose, veroorzaakt door een bacterie genaamd Anaplasma phagocytophilum. Deze is te vinden in ongeveer 3%  van de teken. Systematisch bloedonderzoek van bijna 6.000 honden heeft echter aangetoond dat 22% van de dieren ooit al contact had met de ziekteverwekker. Niet elk besmet dier wordt ziek.

Bij anaplasmose lijkt een groot deel van de honden alleen drager te zijn: de dieren dragen het pathogeen – de ziektekiem –  bij zich maar blijven symptoomvrij. Bij daadwerkelijke infectie lijden de dieren ongeveer één tot twee weken aan koorts, zwakte en verlies van eetlust. Bij ongeveer 60% van de honden ontwikkelt zich een zwelling van de milt. Meer dan de helft van de zieke honden heeft ook pijn in het hele bewegingsapparaat, wat zich manifesteert in kreupelheid.

Anaplasmose wordt gediagnosticeerd door middel van een bloeduitstrijkje, waarbij speciale celstructuren van koloniën, de zogenaamde morulae, in de meeste gevallen kunnen worden opgespoord. Als dit niet lukt en er een vermoeden bestaat van de aanwezigheid van anaplasmose, zal de dierenarts meer laboratoriumtests uitvoeren. Anaplasmose wordt behandeld met antibiotica.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

 

tekenziekten

Babesiose

De ziekte Babesiose is alleen te vinden in bepaalde gebieden: in de buurt van rivieren met weilanden en andere vochtige omgevingen. In tegenstelling tot anaplasmose en Lyme Borreliose wordt babesiose niet veroorzaakt door bacteriën, maar door de eencellige bloedparasiet de Babesia.

De Babesia vernietigt de rode bloedcellen en veroorzaakt een soms levensbedreigende bloedarmoede. Eén tot drie weken na de tekenbeet vertoont de hond de eerste symptomen. De dieren hebben hoge koorts, zijn lusteloos en hebben geen eetlust. Omdat de rode bloedcellen vernietigd worden, kan de urine rood of bruin worden. Wanneer de ziekte aanhoudt, veroorzaakt de chemische afbraak van het rode bloedpigment geelzucht. Babesiose kan ook het centrale zenuwstelsel, met name de hersenen, ernstig beschadigen: bewegingsstoornissen, verlamming of toevallen zijn dan het gevolg.

De behandeling bestaat uit geneesmiddelen tegen de eencellige pathogenen van de ziekte (antiprotozoa) en intensieve therapie met infusen en bloedtransfusies. Een deel van de zieke honden kan ondanks alle  inspanningen van dierenarts en baas helaas niet worden gered.

 

Teek zo snel mogelijk eruit halen

Zodra je hond een tekenbeet heeft, is het belangrijk het nare beestje zo snel mogelijk uit je hond te verwijderen. Dierenartsen vermoeden dat alle drie de ziektes – Lyme, Anaplasmose en Babesiose – pas overgedragen worden nadat de teek zich ongeveer al een dag heeft vastgebeten in je hond. Dit komt omdat de ziekteverwekkers in de teek in een soort rusttoestand verkeren. De bloedmaaltijd activeert de ziekteverwekkers en zorgt ervoor dat ze door het lichaam van de teek migreren naar hun speekselklieren. Deze reis duurt een dag of langer. Pas wanneer de ziekteverwekkkers de speekselklieren bereiken, kan de teek ze in het lichaam van de hond overbrengen wanneer hij bloed opzuigt.  Maar wanneer je een teek op een verkeerde manier verwijdert irriteer je hem en zal hij mogelijk sneller tot actie overgaan. Zorg dat je op voorhand weet hoe je een teek veilig uit je hond trekt en weggooit.

 

Bescherm je hond het hele jaar door

De beste bescherming tegen tekenbeten geef je je hond door hem het heel jaar door, periodiek, een anti-tekenmiddel te geven. Verder zijn er tegen verschillende tekenziektes afzonderlijke vaccinaties beschikbaar. Overleg met de dierenarts welk middel het best bij jouw dier past en of vaccinaties een goede optie voor je hond zouden zijn.

 

Meer weten?

 

nieuwsbrief