De oorsprong van de Noorse Boskat ligt in Scandinavië. Daar is het kattenras geëvolueerd door natuurlijke selectie. Met zijn halflange haren is de kat een opvallende verschijning en zijn speelse karakter maakt hem erg geliefd. Lees meer over de oorsprong, verzorging en aard van de Noorse Boskat.

 

De Noorse boskat is een kletskous: het karakter

Wist je dat de Noorse boskat heel wat te vertellen heeft? Hij is erg op mensen gericht en vindt het leuk om met zijn personeel te ‘kletsen’. Vaak zijn deze katten speels tot op hoge leeftijd en hebben ze een temperamentvol karakter. Naast het spelen genieten ze van knuffelen. Hun vrolijkheid en vriendelijke, speelse aard maken van Noorse Boskatten populaire metgezellen voor kinderen. Daarbij is het natuurlijk wel belangrijk dat het dier vanaf de kittentijd voldoende gesocialiseerd is.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

De Noorse Boskat

Oorsprong en geschiedenis

De Noorse Boskat is in Scandinavië geëvolueerd door natuurlijke selectie, dus zonder menselijke tussenkomst. Het ras heeft zich perfect aangepast aan de barre klimatologische omstandigheden met hete droge zomers en ijzige winters. Deze katten leefden als muizenjagers op de fjordenboerderijen, daardoor kwamen de dieren al voor de tijd van de Vikingen in aanraking met de mens.

 

Zorgen over de toekomst van de Noorse boskat

Aan het einde van de jaren zestig van de vorige eeuw waren liefhebbers bezorgd over de toekomst van deze half langharige schoonheden. Inmiddels werden ze namelijk gekruist met kortharige huiskatten. En wat bleek? Er werden steeds minder kittens met een lange vacht geboren. Het gen voor kort haar bleek dominant. Bezorgde Noren voegden zich bij elkaar en vormden een belangengroep. Hun doel was de Noorse boskat te behouden en ze startten een afzonderlijk fokprogramma. Sinds 1977 is de Noorse Boskat erkend door de Fédération International Feline en wordt nu gefokt op alle continenten.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

 

De Noorse Boskat

Een flinke kat

Noorse boskatten zijn met recht flinke huistijgers te noemen, zeker in het geval van de katers. De poezen wegen gemiddeld tussen 3,5 en 6 kilo, maar katers gemiddeld 5 tot zelfs 8 kilo! Het lichaam is langwerpig, met de achterpoten iets langer dan de voorpoten, waardoor ze uitstekende springers zijn.

 

De prachtige vacht

De vacht van de Noorse boskat zoals wij hem nu kennen, is halflang. Veel vachtkleuren zijn erkend bij dit kattenras behalve chocolade, lila, kaneel, fawn. De kleuren Amber en Light Amber komen overigens alleen bij dit ras voor.

De vacht heeft iets bijzonders waardoor dit ras kan overleven koude gebieden: een zachte, dichte ondervacht die wordt bedekt door een lange, enigszins vettige vacht. Water loopt van deze laag af waardoor de ondervacht warm en droog blijft. In het voorjaar wordt de dichte ondervacht afgestoten en verliezen de katten veel haar. Met de juiste vachtverzorging help je ze deze periode door te komen en voorkom je extra haarballen.

 

De staart

De staart van de Noorse Boskat is lang, zeer dik en bossig. Als je hem over de rug legt, moet hij tot aan de schouderbladen komen. Wanneer de kat gaat liggen, kan ze zichzelf omhullen met haar staart en zo lekker warm blijven.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

 

De Noorse Boskat

Een trotse, maar zachtaardige en kindvriendelijke kat.

 

Sociale katten die volop in beweging willen zijn

Noorse Boskatten zijn zeer sociaal en houd je niet als alleenstaande kat, ze hebben echt een vriendje nodig. Omdat ze pittig en speels zijn, hebben ze veel ruimte nodig en volop activiteiten, ook binnenshuis. Een grote, stabiele krabpaal is een goede start, maar ook het spelen met de baas mag niet ontbreken.

De Noorse boskat moet naar buiten kunnen, daar voelt hij zich opperbest in alle weersomstandigheden. Dankzij zijn oorsprong is hij nou eenmaal niet onder de indruk van kou, ook niet als het vriest. Je zal zien dat je kat tijdens de winter opnieuw een zeer dichte en lange vacht ontwikkelt.

 

Gevoeligheid voor ziekten

De Noorse Boskat wordt als een robuust ras beschouwd, maar dat wil niet zeggen dat het geen erfelijke ziektes kent. Deze katten blijken gevoelig voor GSD 4. Een zeldzame ziekte waarbij kittens vaak dood geboren worden en anders symptomen krijgen wanneer ze nog maar een paar maanden oud zijn. GSD 4 is helaas niet te genezen.

Bij een andere erfelijke afwijking onder Noorse boskatten worden overtollige suikers in het lichaam niet op de juiste manier opgeslagen. Kittens sterven hierbij dikwijls al in de eerste levensweken. Vraag bij de fokker om een erkende test van beide ouderdieren.

Verder komen bij dit kattenras ook Patella luxatie, Polycystic kidney Disease, Heupdysplasie en Hypertrofische Cardiomypathie voor.

 

Ook interessant voor jou:

Deze 9 dingen kunnen katten niet missen

Het geheim van de snorharen

Dit mag een kat niet eten

 

nieuwsbrief