Dankzij zijn manen wordt de Chow Chow ook wel de ‘hondenleeuw’ genoemd. En ook zijn eigenwijsheid wordt vergeleken met die van een katachtigen. Chow Chows zijn bijzondere honden. In dit rasportret leer je hen beter kennen.

 

Waar komt de Chow Chow vandaan?

De Chow Chow is één van de oudste hondenrassen ter wereld. Het ras ontstond in China, al ruim voor onze jaartelling. Vroeger werd deze viervoeter vooral gehouden als jachthond, waakhond en veehoeder, en helaas ook voor zijn vacht en vlees. Inmiddels worden Chow Chows gezien als gezelschapshonden.

 

De Chow Chow weet wat hij wil

Met dit hondenras haal je een viervoeter in huis met een eigen wil. Zijn hart gaat echter wel zeer uit naar het gezin waar hij woont, dat zal hij eeuwig trouw blijven. Naar vreemden toe zal een Chow Chow wantrouwend zijn of hij besluit ze ronduit te negeren. Dankzij zijn roots heeft hij nog een waakse inborst en jachtinstinct.

 

De opvoeding en socialisatie

De Chow Chow is een zelfstandige en eigenzinnige hond. Tel daar zijn imposante bouw bij op en je snapt dat deze viervoeter een zeer consequente opvoeding nodig heeft. Hopelijk denk je hierbij niet aan straffe trainingen en een hardhandige aanpak. Los van dat deze manier van opvoeden achterhaald is, zal het bij een Chow Chow niets uithalen. Die zal daarop reageren door zich volledig van je af te sluiten. Deze hond heeft een zachte en positieve benadering nodig.

Daarnaast is het bij een Chow Chow goed als je hem al van jongs af aan intensief socialiseert en met verschillende viervoeters laat kennismaken. Houd er daarbij wel rekening mee dat kleine honden zijn jachtinstinct kunnen triggeren.

 

Leeuw onder de honden

Chows worden ook wel de ‘leeuwen onder de honden’ genoemd. En kijk je naar hun waardige uitstraling met heuse manen, dan is de vergelijking met die katachtigen ook snel gemaakt. Het lichaam van de Chow Chow is breed en compact met een stompe snuit. Zijn oren hebben een dikke aanzet en staan rechtovereind in de ‘pluche’ vacht rond de kop en de hals. De staart ligt gekruld over de rug. Verder is de blauwgekleurde tong typerend voor dit hondenras, vaak is de binnenkant van de bek ook donker.

 

Hoe groot wordt een Chow Chow?

De Chow Chow is een stevige hond. De reuen worden 48 tot 56 cm, de teven zijn iets kleiner: 46 tot 51 cm. De viervoeters wegen gemiddeld 22 tot 35 kg.

 

hondenras chow chow

 

Lang- en kortharige Chow Chows

Dit hondenras kent zowel kortharige- als langharige viervoeters. De kortharige vacht is dicht met rechtopstaande haren. De langharige Chow Chows hebben de bekende manen, een bovenvacht met grove structuur en een dichte, wollige ondervacht. De honden zijn altijd éénkleurig, waarbij de kleuren zwart, rood, blauw, fawn, crème en wit zijn toegestaan.

 

De vachtverzorging

De vachtverzorging van een langharige Chow Chow vraagt de meeste tijd. De halskraag en het haar achter de oren moet dagelijks gekamd worden om klitten te voorkomen. Daarnaast borstel je de hond minimaal vier keer per week intensief, tijdens de rui nog vaker. Bij de kortharige Chow Chows is het voldoende om één keer per week te borstelen, tijdens de rui is dat zo’n 2 keer per week.

 

Hoe oud wordt een Chow Chow?

De levensverwachting van een Chow Chow is 9 tot 15 jaar.

 

Waar maak je Chow Chows blij mee?

Chows zijn geen honden voor intensieve hondensporten, maar hebben wel behoefte aan veel buiten zijn. Je maakt ze blij met lange wandelingen en daarnaast vinden ze het fijn als ze een eigen (afgesloten) terrein hebben waar ze in vrijheid rond kunnen lopen. Maar natuurlijk is dat geen alternatief voor de dagelijkse wandelingen.

Door zijn dikke vacht kan een Chow Chow het in de zomer snel warm krijgen, bovendien maakt zijn korte snuit hem bij hoge temperaturen benauwd. Met deze zomertips kun je daar rekening mee houden.

 

Ziektes en aandoeningen

Ziektes en aandoeningen die regelmatig bij Chow Chows aangetroffen worden:

Kies je voor een puppy, haal deze dan alleen bij een erkende fokker en check vooraf op welke ziektes en aandoeningen de ouderdieren gecontroleerd zijn. Bovendien is het belangrijk om ook gezonde honden minimaal één keer per jaar preventief te laten controleren door een dierenarts. Dit kun je combineren met de vaccinatie-afspraak.

Bron: Hart voor Dieren Magazine