Veel konijnen worden ook ‘s winters buiten gehouden en dat kan prima, als ze tenminste voldoende tijd hebben gehad om te wennen aan de lagere temperaturen en een wintervachtje hebben gekweekt. Wintertips voor buitenkonijnen.

Langzaam laten wennen aan winterse temperaturen

De meeste konijnen zijn van nature goed bestand tegen kou en vermaken zich ook in het najaar en de winter prima in hun buitenverblijf. Je kunt konijnen echter niet het hele jaar door zomaar buiten zetten. Het is een ongeschreven regel om de dieren niet na augustus buiten te huisvesten als ze tot dan toe binnen verbleven. De dieren moeten echt voldoende tijd krijgen om te wennen aan de nieuwe weersomstandigheden. Zet je een konijn later in het jaar in een buitenverblijf, dan maakt hij niet voldoende wintervacht aan. Het is dan ook onverantwoord om het dier in zo’n situatie ’s winters buiten te laten wonen.

Behuizing in najaar en winter

Zorg dat je konijnen te allen tijde beschikken over een slaap- en schuilplaats in hun buitenren, ook in de winter. Dit hok/huisje moet absoluut vocht- en tochtvrij zijn en moet uit de regen en wind staan. Op deze plek kunnen de dieren zich altijd terugtrekken als het hen buiten te gortig wordt met regen of kou. In een hoekje waar ze zich lekker kunnen opwarmen zullen ze zich het al snel gemakkelijk maken.

Als je er niet zeker bent dat het konijnenhuisje tocht- en vochtvrij is, trek er dan een zeil overheen, maar ‘verstik’ het huisje niet; een beetje ventilatie – geen tocht! –  is belangrijk voor de gezondheid van je konijnen. Is het erg koud en nat? Hang dan een jute zak voor de opening van het schuilhuisje. Deze zorgt voor ventilatie maar houdt wel de regen en sneeuw uit het hok.

Bodembedekking en buitenpret

Leg in het najaar en in de winter regelmatig een dikke laag stro in het konijnenverblijf, met daaronder weer een bodembedekker met een goede vochtopname voor de nodige hygiëne, zoals papier- of houtkorrels. Wees nooit zuinig met stro; het isoleert en biedt warmte! Plus: met een dikke prop stro kunnen konijnen zich uitstekend vermaken en zelf een lekker warm holletje bouwen in hun hok. Eventueel kun je, als het echt flink koud wordt, een snugglesafe heatpad in het hok leggen (vanaf temperaturen rond -5 Celsius en voor zieke en oudere konijnen zodra de temperatuur onder de 0 graden zakt). Zelfs als je konijnen niet op de heatpad gaan liggen, helpt deze de temperatuur in het hok aangenaam te houden.

Zorg ervoor dat je buitenkonijnen ook ’s winters voldoende kunnen spelen en hollen in hun ren, zodat ze genoeg beweging krijgen en warm kunnen blijven. Veel buitenkonijnen vinden sneeuw best leuk. Ze zullen zelf hun hok weer in gaan als ze het te koud krijgen.

Als het vriest en je konijnen staan buiten

Let er bij vrieskou goed op dat het drinkwater van je konijnen niet bevriest. Voor de waterbak zijn waterbakverwarmers te koop. Een nadeel van een waterbak is dat langoren deze wel eens omgooien. Het water bevriest en er ontstaat vervolgens ijsvorming en dus gladheid op de bodem. Een andere optie is een drinkfles met een isolatiehoesje eromheen, al kan het drinktuitje dan nog steeds bevriezen. Vervang het drinkwater daarom minimaal twee keer per dag en zorg dat het ook zo laat mogelijk in de avond nog even ververst wordt.

Tip: een heatpad zorgt niet alleen voor warmte, maar kan ook helpen het water langer vloeibaar te houden. Leg een krant op de bodem van het hok, met daarop de warme snugglesafe en daarop dan de waterbak. Het water zal uiteindelijk nog wel bevriezen, maar blijft aanzienlijk langer drinkbaar.

Voeding in de winter

Het is een fabeltje dat konijnen in de winter meer voedsel nodig hebben dan in de zomer. Wilde konijnen eten in de winter juist minder, omdat er dan minder voedsel te vinden is. Hoewel het ritme een beetje verstoord kan raken, is het belangrijk dat je je eigen konijnen ’s winters gewoon evenveel blijft voeren als in de andere jaargetijden. Wel geef je ze vanwege het seizoen andere groente en fruit dan ze in de zomer krijgen. Deze winterse alternatieven zijn gezond voor je dieren.

Als je merkt dat je konijn ondergewicht heeft of gewicht lijkt te verliezen. Hoewel dit meestal een medische oorzaak heeft, kan het zijn dat het konijn geen goede wintervacht heeft en te veel energie verbruikt om zichzelf warm te houden. Hij kan een slechte weerstand of andere medische oorzaken hebben, waardoor het gewichtsverlies verergerd wordt. Ga daarom bij twijfel altijd met je konijn naar een dierenarts.

Wintersnacks voor konijnen

Verwen je buitenkonijnen in de koude jaargetijden met een lekker stukje winterpeen. Let op: konijnen moeten wennen aan het eten van groenvoer! Start altijd met kleine hoeveelheden en voer dit langzaam op. Als je dit niet doet kunnen je konijnen namelijk behoorlijk last krijgen van diarree. Gedroogde kruiden worden ook zeer gewaardeerd door konijnen. Meng ze door het hooi of voer ze apart. De kruiden zijn goed voor de weerstand en je dieren zullen ervan genieten. En natuurlijk moet er altijd voldoende vers hooi klaarliggen zodat je langoren lekker kunnen knabbelen.

Wanneer toch naar binnen?

Een konijn dat eenmaal buiten zit, moet je niet zomaar naar binnen halen. Met zijn dikke wintervacht kan het dier het al te snel te warm krijgen en zelfs oververhit raken. Een overgangsperiode, waarbij het dier bijvoorbeeld even in de schuur of bijkeuken kan wennen aan hogere temperaturen, wordt dan ook aanbevolen.

Oudere konijnen krijgen een dunnere vacht. Heb je oude buitenkonijnen, controleer dan tijdig of hun vacht wel dik genoeg is voor de winter en of deze in goede conditie verkeert. Is dit niet het geval, dan is het verstandig om dieren binnenshuis te laten overwinteren. Een gezond volwassen konijn kan tot circa -15 -20 graden Celsius buiten blijven. Voor jonge, zieke en oudere dieren zijn deze temperaturen echter te laag. Plaats hun hok voor de winter bijvoorbeeld in de schuur.

Is het extreem koud, dan is het regelmatig wegen van je konijnen en het controleren van hun vacht en ontlasting extra belangrijk. Veranderingen hierin zijn namelijk vaak de eerste indicatoren dat je dieren hulp nodig hebben.

bron: Hart voor Dieren Magazine