Valentijnseditie Mollentelling

De kans om een levende mol te zien is klein, maar een molshoop valt vaak wel op. Dankzij deze molshopen weten we waar mollen leven. Tijdens deze speciale Valentijnseditie van de jaarlijkse Mollentelling roept de Zoogdiervereniging op om op zoek te gaan naar molshopen en je waarnemingen door te geven. Aankomend weekend is het weer zover!

Waarom tellen we jaarlijks mollen?

Ieder jaar verzamelen we met behulp van de Mollentelling veel informatie over het voorkomen van de mol. Het is niet toevallig dat deze telling in februari is. Dat is namelijk de start van het paarseizoen van de mol.

De paartijd voor mollen is in de maanden februari, maart en april. De mannetjes gaan dan op zoek naar vrouwtjes om zich voort te planten. De mannetjes zijn dan niet bepaald loyaal aan één vrouwtje, ze paren met meerdere vrouwtjes. Mollen graven hun eigen gangenstelsel en willen normaal gesproken geen andere mollen in hun eigen gangen, maar tijdens de paartijd maken de vrouwtjes een uitzondering voor het mannetje.

Wanneer de mannetjes op zoek gaan naar een vrouwtje leggen ze daarbij grote afstanden af. Dit doen ze heel dicht aan de oppervlakte waardoor er zogenaamde ‘mollenritten’ ontstaan; een soort langgerekte molshopen. Hierdoor is de activiteit van mollen goed te zien en is het dus een perfecte periode voor een Mollentelling!

Omdat één mol veel molshopen kan maken is het moeilijk om iets te zeggen over het aantal mollen. Wel ontstaat er een goed beeld van de verspreiding van de soort. Door het tellen van molshopen weten we waar mollen voorkomen. Tegelijkertijd is het telweekend een goed moment om aandacht te besteden aan de mol. Wat is er zo bijzonder aan dit ondergrondse zoogdier en waarom mag je er eigenlijk heel trots op zijn wanneer hij in jouw omgeving voorkomt?

Hoe meer we leren over de mol, hoe beter we met de mol leren samenleven. De mol heeft een hele nuttige functie: de mol zorgt met het gangenstelsel voor een goede beluchting van de grond en voor een betere drainage. Daarnaast eten mollen slakken en larven van (schadelijke) insecten. Een andere reden om de mol met rust te laten is dat als je de mol verjaagt, in veel gevallen een andere mol de lege plek inneemt. Als je geduldig wacht tot een mol klaar is met het graven van zijn gangenstelsel, is de kans groot dat het daarna rustiger wordt qua aantal molshopen.

Zoek je mee?

Meedoen aan de Mollentelling kan op verschillende manieren. Waarnemingen van mollen of mollensporen in jouw tuin, zoals molshopen, kun je doorgeven via Tuintelling.nl. Mollensporen buiten jouw tuin kun je bij het speciale mollenmeldpunt op Waarneming.nl invoeren. Het belangrijkste is om de locatie, datum en type waarneming (molshoop, levende of dode mol) door te geven. Sta je bij een veld met veel molshopen? Maak dan een schatting van het aantal molshopen en voer dit getal bij het mollenmeldpunt in bij ‘Aantal individuen’. De verzamelde data worden opgenomen in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF).

De Mollentelling wordt mede mogelijk gemaakt door de NDFF/BIJ12.

 

Credit: Zoogdiervereniging