Zelfs doorgewinterde kattenliefhebbers houden nog steeds vast aan een aantal verouderde voedingsaanbevelingen voor katten. Maar deze zijn allang medisch weerlegd. Hier vind je de meest voorkomende vooroordelen over kattenvoeding – en wat daar achter zit.
1. Katten hebben bij hun voer afwisseling nodig
Variatie is niet belangrijk voor katten. Als je je kat om de twee dagen ander voer geeft, creëer je een lastige eter, die steeds weer nieuwe smaakervaringen eist. Dit laatste leidt er vaak toe dat de kat uit puur enthousiasme meer eet dan goed voor hem is. Het is wel beter om jonge katten vertrouwd te maken met verschillende soorten voedsel.
2. Ook katten moeten af en toe vasten
Intermittent fasting is een veelbesproken onderwerp. Maar wie denkt zijn kat goed te doen met vasten, zit op het verkeerde spoor. Vasten is vooral gevaarlijk voor katten met overgewicht. Als de hoeveelheid voedsel sterk wordt verminderd, valt het lichaam terug op vetophopingen om in de energiebehoefte te voorzien. Bij leververvetting (lipidose) gebeurt dit in zulke grote hoeveelheden, dat de hoeveelheid vet de normale functie van de lever verstoord wordt, met gevaarlijke gevolgen voor de gezondheid.
3. In kattenvoer zit een verslavend lokmiddel
Suiker zit in veel voedingsmiddelen en heeft de reputatie een lokstof te zijn die de acceptatie van het voer verhoogt en katten ‘verslaafd’ maakt. Toch doet de zoete toevoeging niets voor onze katten, omdat ze zoetheid niet kunnen proeven door een genetisch defect van de smaakpapillen. Suiker wordt eerder toegevoegd om het menselijk oog te plezieren; gekarameliseerde suiker zorgt namelijk voor een goudbruine kleur en een smakelijkere consistentie van het voedsel. Naast suiker worden er soms ook kunstmatige smaakversterkers toegevoegd aan kant-en-klaar voedsel. Deze zijn te herkennen aan de E-nummers op het ingrediëntenlabel. Gist en kunstmatige kleurstoffen kunnen ook worden toegevoegd. In het beste geval mag kattenvoer deze additieven niet bevatten.
4. Complete voeding voldoet aan alle behoeften van de kat – een leven lang
Volledige voeders worden verondersteld de voedingsbehoeften van een kat volledig te dekken. Zo eenvoudig is het echter zelden. De behoeften van een kat kunnen veranderen wat betreft de samenstelling van het voer, bijvoorbeeld in het geval van allergieën, ziekten zoals chronisch nierfalen of diabetes of speciale levensfasen zoals kittens of senioren.
5. Granen zijn de nummer 1 allergietrigger
Glutenintolerantie en voedselallergieën komen niet tot nauwelijks voor bij katten. De meest voorkomende veroorzakers van voedselallergieën bij katten zijn eiwitten van dierlijke oorsprong, vooral rundvlees, gevogelte of zuivelproducten. Ter vergelijking: tarwe staat onderaan in die lijst. Een studie uit Frankrijk, waarbij 43 honden en katten met voedselallergieën werden onderzocht, bevestigt dit. Een intolerantie voor de gluten in sommige graansoorten is nog niet wetenschappelijk aangetoond bij katten.
6. Droogvoer is goed voor het gebit
Eten en tandenpoetsen tegelijk – klinkt wat raar, en dat is het ook. Droge voedselbrokjes zijn meestal veel te klein en worden snel doorgeslikt. Het mechanisch reinigingseffect neigt naar nul. Het enige wat helpt is zelf de tanden van de kat poetsen – geen droogvoer ter wereld kan deze vorm van reiniging overtreffen qua effectiviteit.
7. Koolhydraten zijn puur gif voor katten
Katten zijn zeer gespecialiseerde carnivoren, maar hebben – net als alle dieren – behoefte aan bepaalde voedingsstoffen. Een onderzoek waarin zes verschillende bronnen van koolhydraten in kattenvoer en hun verteerbaarheid werden geëvalueerd, toonde een zetmeelverteerbaarheid van meer dan 93% aan voor alle bronnen. Het hangt af van de rol die de koolhydraatbron speelt in de samenstelling van het dieet: Als het het hoge vleesgehalte van kattenvoer op een verstandige manier aanvult, is er niets op tegen.
8. Rauwvoer is de gezondste manier van voeren voor katten
BARF is geen garantie voor een uitgebalanceerd dieet. Een onderzoek evalueerde de hoeveelheid voedingsstoffen van 114 BARF-recepten van het internet en kookboeken. Hiervan gaven 94 recepten genoeg informatie voor een evaluatie – en in elk recept ontbrak ten minste één voedingsstof die essentieel is voor katten, waaronder taurine en vitamine E. Als je je kat permanent BARF wilt voeren, moet je dit nooit doen zonder de hulp van een dierenarts die gespecialiseerd is in voeding en diëtetiek van kleine huisdieren. Ook een diervoedingsdeskundige kan je waardevolle tips geven, hiaten in voedingsstoffen identificeren en helpen deze op te vullen.