In vergelijking met diergeneeskundige zorg is in de geneeskunde bij mensen het narcoserisico nog een fors stuk lager. Volgens Joost Uilenreef, Europees medisch specialist in anesthesiologie en pijnmanagement bij dieren, komt dit omdat specifieke complexe zorg voor risicopatiënten vooral wordt geboden bij gespecialiseerde centra. Kan de diergeneeskunde hier lessen uit halen?

 

Er mag dan ook meer en betere aandacht komen voor de begeleiding van narcose bij dieren. Dat vindt AniCura Specialistische Dierenkliniek Utrecht (SDU). Zij maakt hier zelf werk van door de aanstelling van Joost Uilenreef, dierenarts en Europees veterinair specialist anesthesiologie en pijnmanagement. Samen met hem gaat de SDU lezingen en nascholing organiseren voor dierenartsen en dierenartsassistenten. Wij gingen in gesprek met Joost over de risico’s en complicaties van narcose bij dieren en gaan dieper in op zaken die baasjes belangrijk vinden.

Hart voor Dieren: Waarom is het risico op complicaties tijdens de narcose bij mensen lager dan bij dieren?
Joost Uilenreef: Bij mensen is de anesthesie rondom een operatie veel uitgebreider georganiseerd, omdat er simpelweg meer geld voor beschikbaar is. Dat betekent dat er meer artsen met specialistische kennis zijn én ze beschikken over meer geavanceerde apparatuur. Elk ziekenhuis heeft altijd tenminste 1 anesthesioloog die een anesthesie-team aanstuurt en de complexe situaties zelf mee begeleidt. De taken op de operatiekamer in het ziekenhuis zijn helder verdeeld, je hebt een operatie-team en een anesthesie-team. Bij dieren is dit – vanwege de hoge kosten van deze vorm van zorg – anders, maar zo efficiënt mogelijk georganiseerd. Hierbij doen minder mensen hetzelfde werk, en bepaalt de dierenarts die opereert tegelijkertijd ook de anesthesie. Momenteel zijn er in Nederland nog maar enkele erkende medisch specialisten anesthesie voor dieren werkzaam. Meer complexe operaties worden hier uitgevoerd met dezelfde verdeling in taken zoals bij de narcose bij mensen.

narcoserisico

HvD: Welke complicaties kunnen optreden?

Joost: Complicaties die kunnen optreden bij dieren zijn hetzelfde als bij mensen. Bij lange operaties of kleine dieren ligt sterke afkoeling op de loer. Het dier kan te diep of niet diep genoeg in anesthesie zijn, de bloeddruk kan instabiel worden of het hart onregelmatig gaan samentrekken. Wanneer dit niet onder controle kan worden gekregen, kunnen belangrijke orgaanfucties bedreigd worden of zelfs deels uitvallen. Bij het ontwaken worden deze problemen dan vaak pas zichtbaar, in de vorm van niet goed doorademen na het verwijderen van het adembuisje en langzaam of heel onrustig wakker worden.

Naarmate het dier voor de narcose minder fit of ernstig ziek is, neemt de kans op complicatie toe. Maar dat hoeft niet het geval te zijn! Wanneer de dierenarts de gezondheidstoestand van het dier goed kent, kan de anesthesie op de problemen van het dier worden aangepast. Ook kunnen de risico’s op complicaties tijdens de narcose van tevoren al ingeschat en besproken worden. Als er dan tijdens de narcose complicaties optreden, heeft de dierenarts deze al voorzien en kan hij direct de juiste behandeling geven. Zo blijven de gevolgen voor het dier ook beperkt.

HvD: Sterven er regelmatig dieren door narcose?
Joost: In Nederland zijn hier geen cijfers van bekend. In het Verenigd Koninkrijk is het enige jaren geleden wel onderzocht. Hieruit bleek dat bij gezonde honden en katten het risico op overlijden tot twee dagen na de narcose ruim tweehonderd keer hoger ligt dan bij de mens. In Nederland herkennen wij ons helemaal niet in deze cijfers, maar in Nederland is er ook (nog) geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. De kans op complicaties met ernstige gevolgen voor het dier neemt duidelijk toe wanneer het dier al ernstiger onderliggende aandoeningen aan vitale organen heeft, zoals luchtwegen, hart, longen, hersenen, lever of nieren. Wanneer dergelijke aandoeningen niet bij de dierenarts onder de aandacht komen kan de narcose hier ook niet op worden aangepast, wat tot complicaties kan leiden.

HvD: Wat kan er anders, of beter bij anesthesie?

Joost: De winst zit hem vooral in meer aandacht voor het van tevoren opsporen van dieren met aandoeningen of een slechte conditie, omdat deze dieren een verhoogd narcose risico hebben. Ook kan het dier meerdere onderliggende aandoeningen hebben, die in kaart gebracht moeten worden. Door bij de huisdiereigenaar goed door te vragen en bij twijfel eventueel nader onderzoek te doen kunnen aandoeningen al vooraf worden vastgesteld en zo mogelijk worden behandeld. Vervolgens kan een anesthesieprotocol gevolgd worden waar de praktijk bekend mee is en die aansluit bij wat het dier nodig heeft. Zo wordt het risico verminderd.  Ik werk nu ruim 12 jaar als anesthesioloog in Nederland en heb mijzelf ten doel gesteld om mijn kennis en ervaring over anesthesie en pijnbestrijding beschikbaar te stellen voor alle klinieken. Om zo gezamenlijk meer aandacht en betere zorg rondom de narcose bij dieren te realiseren. Zo organiseren we vanuit de Specialistische Dierenkliniek Utrecht (SDU) regelmatig kennissessies voor dierenartsen en dierenartsassistentes over anesthesie en helpen we bij het maken van de vertaalslag naar hoe ze dit in de eigen praktijk zo goed mogelijk kunnen benutten. Dieren met meerdere onderliggende aandoeningen, waarbij aanpassingen aan de anesthesie gedaan moeten worden, kunnen doorverwezen worden naar een specialistische kliniek waar een Europees specialist anesthesiologie werkzaam is. Niet alle huisdiereigenaren zijn bekend met mogelijkheid dat ze hun eigen dierenarts hiernaar kunnen vragen. De vaak complexere zorg is bij een kliniek als de SDU, met alleen maar erkend medische specialisten, door veel ervaring heel efficiënt ingericht. Naast meer geavanceerde en meer intensieve zorg rondom de narcose, kunnen complexe onderzoeken en behandelingen onder narcose in kortere tijd worden uitgevoerd. Een optimale behandeling onder een op maat uitgevoerde narcose met een zo kort mogelijk duur verlaagt aantoonbaar het narcose risico.

 

narcoserisico

HvD: Hoe kunnen huisdiereigenaren beter geïnformeerd worden over de risico’s en bijwerkingen van narcose? Joost: Een gezond jong-volwassen dier zonder ziekteverleden heeft geen verhoogd anesthesie risico. En is voor de standaard onderzoeken en operaties onder narcose bij uitstek goed af bij de eigen dierenarts. Deze kan de vragen over de in de praktijk gebruikte narcose-protocollen beantwoorden. Bijvoorbeeld welke pijnstilling en welke ondersteunende zorg in de vorm van extra zuurstof, infuus en actief warm houden er wordt gegeven tijdens de narcose en bij het wakker worden. Met deze zorg en bewaking van de vitale functies bij gezonde dieren houdt de dierenarts zijn narcose-ervaring op peil en kan hij ook sneller mogelijke complicatie herkennen en daar naar handelen. Deze ervaring is waardevol wanneer er dieren met een verhoogd narcose risico – zoals hele jonge, of oude dieren en dieren met minder reserve in de vitale orgaanfunctie – onder narcose gaan. De weerbaarheid tegen de effecten van narcose is bij deze dieren verminderd Meer ondersteuning en bewaking tijdens de narcose bij deze dieren zorgt ervoor dat ze doorgaans goed door de narcose komen. Met name het weer wakker worden heeft nadrukkelijker aandacht nodig. De bewakingsapparatuur is dan vaak al afgekoppeld en er is soms niet onafgebroken een assistente meer aanwezig als alles aanvankelijk goed lijkt te gaan. De assistente moet vaak weer helpen bij een volgende operatie of aan de balie. De dierenarts kan voor advies ook contact met mij opnemen en zo kunnen we een anesthesieprotocol afgestemd op het dier maken en de risico’s met de eigenaar bespreken.

HvD: En wat kunnen baasjes doen om complicaties zoveel mogelijk te helpen voorkomen?

Joost: Voor huisdiereigenaren is het echt heel belangrijk dat ze, voordat het dier wordt geopereerd en onder narcose gaat, de juiste informatie doorgeven over de gezondheidstoestand van hun dier. Zonder deze kennis kan de dierenarts de narcose niet goed afstemmen en wordt het risico op complicaties groter. Vertel hem of haar over de conditie, gezondheid, vastgestelde aandoeningen, allergieën voor geneesmiddelen en resultaten van eerdere onderzoeken. Met deze informatie kan de dierenarts met zijn team een plan opstellen. Wat vaak wordt onderschat ter voorbereiding van een operatie en de daarbij behorende narcose is het belang van het nuchter houden. Als het dier niet nuchter onder narcose gaat en er in de maag voedselresten, vetdruppels, plantenresten etc. zitten, dan kan dit bij het onder narcose gaan omhoogkomen en kan het dier zich verslikken. Met een grote kans op een longontsteking, dit is een zeer ernstige complicatie. Het is belangrijk goed de instructies van de dierenarts rondom nuchter houden en medicatie op te volgen. (Zie kader links)


HvD: Wat gebeurt er als anesthesie niet correct wordt toegepast? Wat zijn de mogelijke gevolgen voor het dier?
Joost: Als een dier een algehele anesthesie krijgt voor een operatie, bijvoorbeeld een knie-operatie dan is het doel van de anesthesie dat het dier niets meemaakt van de ingreep; dat hij niet reageert op pijnprikkels tijdens de ingreep, dat de vitale organen van het dier voldoende zuurstofrijk bloed krijgen om goed te blijven functioneren en dat het dier weer vlot en comfortabel – en zonder pijn – wakker wordt.

Als de anesthesie niet goed is toegepast zou je dat merken aan een of meerdere van bovenstaande punten. Het zou kunnen dat het dier op de operatie reageert (te lichte narcose) of meteen na de operatie veel pijn ervaart. Dit is niet wenselijk, want onvoldoende pijnstilling verhindert een optimaal herstel. Ook is de kans dan groot dat bij een volgend bezoek aan de dierenkliniek het dier door de eerdere ervaring veel meer stress gaat vertonen.

Als de bloed- en zuurstofvoorziening van de organen van het dier kritiek wordt, ontstaan de al eerder genoemde complicaties en wordt het dier in het ergste geval helemaal niet meer wakker. Ook kan na het ontwaken, eenmaal weer thuis het dier de eerste dagen suf en futloos blijven.

Narcoserisico

 

HvD: Bij welke diersoort treden doorgaans de meeste problemen bij narcose op en waarom?

Joost: Uit het eerder aangehaalde onderzoek uit het Verenigd Koninkrijk blijkt dat konijnen het meeste risico lopen. Dit heeft denk ik met name te maken met het feit dat konijnen, maar ook cavia’s en knaagdieren vaker in veel slechtere conditie bij de dierenarts komen. Dit zijn prooidieren; ze geven daardoor minder snel dan andere diersoorten aan dat ze ziek zijn. Hierom en het feit dat konijnen bekend staan op hun complicaties bij narcose, maakt dat eigenaren of de kliniek het soms wat langer aankijken voordat ze het dier voor behandeling onder narcose brengen. Echter, wanneer door dit afwachten de conditie van het dier verder verslechtert wordt de kans op complicaties tijdens de narcose alleen maar groter. Zo houden we het beeld dat konijnen minder goed op de narcose reageren onbedoeld in stand. Je kunt bij een ziek konijn daarom maar beter zo snel mogelijk contact opnemen met de dierenarts en niet wachten tot hij misschien zelf wel weer beter wordt.

HvD: Waar moet een baasje vooral rekening mee houden als  een dier onder narcose is geweest?

Joost: De eerste uren na de narcose is het dier vaak moe. Dit is vaak een combinatie van de spanning en het herstel van de operatie en de narcose. Het dier moet wel hebben laten zien goed te reageren op de eigenaar voordat het mee naar huis mag. Ook als dieren lopend de kliniek verlaten, gaan ze thuis vaak weer even lekker slapen. Afhankelijk van de gekozen anesthesiemethode kan er na de narcose wat opmerkelijk gedrag voorkomen. Bij de hond zie je soms wat dronkenmansgang, huilen of joelen. De kat geeft kopjes en kan soms ook een dronkenmansgang vertonen. Als het dier slaapt, is het belangrijk dat hij wel weer makkelijk wakker te maken is met bijvoorbeeld de geur van voedsel of door even voorzichtig wakker te schudden en toe te spreken. Maar dit testen is alleen te adviseren als – eenmaal weer thuis- de eigenaar bezorgd is of het herstel wel normaal verloopt. Het elk half uur wakker schudden verstoort een goede rust van alle huisgenoten en is dus niet nodig wanneer het dier rustig ademt. Als het niet lukt het dier te wekken, is het belangrijk meteen contact op te nemen met de dierenarts. Die kan inschatten of het nodig is langs te komen. De volgende dag zal het dier gedurende de dag weer helemaal zichzelf worden. Janken, veel likken of verstoppen kunnen tekenen van pijn en ongemak zijn, dan is het verstandig even contact op te nemen met de dierenarts.   

 

 

narcoserisico

Voor de narcose: nuchter dier

 

Je huisdier nuchter afleveren bij de SDU betekent:
12 uur geen voedsel of koekjes/snoepjes en geen medicatie (inclusief oliepreparaten) geven. Wel toegang tot schoon en helder drinkwater. Voor heel jonge dieren en bij specifieke aandoeningen waarbij medicatie geslikt wordt, worden vaak aparte instructies over de periode van nuchter houden en medicatie gegeven.

• Nuchtere honden ’s avonds en op de ochtend van de narcose aangelijnd uitlaten, zodat ze niets kunnen eten of drinken van straat.

• Voor katten geldt: de avond voor de narcose binnenhouden en alle voerbakken weghalen.

• Mocht het om welke reden dan ook niet gelukt zijn om  deze instructies goed uit te voeren, laat dit dan altijd weten. In overleg met de arts wordt dan bekeken wat er mogelijk is. 

 

Over Joost Uilenreef

Joost Uilenreef is Europees specialist anesthesiologie en pijnmanagement bij de Specialistische Dierenkliniek Utrecht (SDU). Na zijn opleiding tot dierenarts, volgde hij een 4-jarig specialisatietraject in de intensieve zorg, anesthesiologie en pijnmanagement. Nadat hij in 2007 zijn Europese specialistentitel behaalde was hij facultair opleider, docent en medisch specialist-anesthesioloog bij de Universiteitskliniek gezelschapsdieren (UKG). In 2014 werd hij universitair docent en werkte hij enkele jaren als zelfstandig gevestigd veterinair anesthesioloog nascholing en anesthesie. In 2019 voegde hij zich bij het vaste team van de Specialistische Dierenkliniek Utrecht. Hij geef regelmatig lezingen en is buitengewoon lid van de medische beroepsgroep van de NVA, de Nederlandse vereniging voor Anesthesiologie.

 

Dit artikel verscheen in Hart voor Dieren 4.2020

 

Ook interessant voor jou:
Puppy uitlaten: tips & tricks
EHBO voor de kat

 

nieuwsbrief veedieren