Voor het bij elkaar zetten van konijnen, cavia‘s en andere kleine huisdieren is enige kennis vereist. Wij hebben enkele tips voor je op een rijtje gezet over hoe je huisdieren samenvoegt.

Gelukkig in gezelschap

Veel kleine dieren zijn alleen gelukkig in gezelschap. Wie besluit sociale dieren zoals konijnen, cavia‘s of parkieten te houden, kiest daarom altijd automatisch voor meerdere dieren. Het individueel houden van konijnen, cavia‘s en andere kleine huisdieren is niet geschikt voor de soorten en wordt sterk afgeraden. Natuurlijk kan het gebeuren dat een lid van een groepje kleine huisdieren overlijdt of dat een gezelschapsvogel zijn geliefde partner verliest. Als er slechts één dier overblijft, moet er zo snel mogelijk een geschikte soortgenoot worden gezocht om de eenzaamheid van het overlevende dier te verdrijven. Sommige eigenaren willen ook gewoon hun bestaande groep uitbreiden en een ander konijn of cavia toevoegen. Bij het samenzetten is echter veel tact vereist. Hieronder leggen we uit waar je rekening mee moet houden bij het bij elkaar voegen van kleine huisdieren.

Geschikt karakter

Als je een nieuw konijn in een bestaande groep wilt laten integreren, kun je het best bij een dierenasiel of stichting op zoek gaan naar een geschikt dier. De kans op een succesvolle hereniging
neemt toe als de nieuwkomer qua geslacht, leeftijd en karakter overeenkomt met de andere konijnen. De gemakkelijkste manier is echter om een gecastreerd mannetje en een vrouwtje te koppelen – ze kunnen het bijna altijd goed met elkaar vinden. In grotere groepen moeten de geslachtsverhoudingen in balans zijn. Het is belangrijk dat de nieuwkomer goed gesocialiseerd is en weet hoe hij met andere konijnen moet omgaan. Konijnen moeten ouder zijn dan 16 weken voordat je ze bij hun nieuwe huisgenoten kunt toelaten.

Bij elkaar voegen

De beste manier om konijnen samen te voegen? Voordat de nieuwkomer bij zijn soortgenoten wordt geplaatst, moet hij eerst twee weken in quarantaine. Dit is om ervoor te zorgen dat hij geen ziekten in het konijnenverblijf introduceert. In die tijd kan een ontlastingsonderzoek worden uitgevoerd en kunnen de nodige vaccinaties worden toegediend als dat niet van tevoren al is gebeurd. Dan is het tijd voor de kennismaking. Aangezien konijnen hun territorium verdedigen tegen indringers, dient de eerste ontmoeting plaats te vinden op neutraal terrein. Een veilige plek op het balkon, in de badkamer of in het tuinhuisje is bijvoorbeeld geschikt. Als je adopteert bij een goede opvang, zal er een koppeling gedaan worden in het opvangcentrum zelf om te kijken of er sprake is van een geschikte match.

Het artikel gaat verder onder de foto

Gemeenschappelijke geur

Konijnen worden gelijktijdig in een koppelverblijf van drie tot vijf vierkante meter geplaatst. De ruimte moet veilig zijn, aangezien de konijnen tijdens de eerste ontmoeting in paniek kunnen
rondspringen. Kurkbuizen en -huisjes bieden een schuilplaats in deze stressvolle situatie, maar dienen altijd twee uitgangen te hebben om te voorkomen dat een opgejaagd konijn in het nauw
wordt gedreven. Aangezien geur een belangrijke rol speelt in de communicatie tussen konijnen, kan de nieuwkomer vooraf worden ingewreven met wat gebruikt strooisel om een soort gemeenschappelijke geur te creëren. Afhankelijk van hun individuele karakters, zullen de konijnen elkaar eerst besnuffelen, elkaar misschien door het verblijf achtervolgen, in de lucht springen of kort aan elkaars vacht knabbelen. Door het zogenaamde opzitten wordt de hiërarchie besproken: het dominantere konijn springt boven op de ander, waarmee hij laat zien dat hij de baas wil zijn. Op een gegeven moment maakt een van de dieren een gebaar van verzoening en is de rangorde bepaald. Wanneer de dieren elkaar niet langer achtervolgen en samen in harmonie eten, kan de verhuizing naar het gemeenschappelijke konijnenverblijf worden voorbereid.

Kennismaken

Cavia‘s hebben ook minstens één soortgenoot aan hun zijde nodig om een gelukkig knaagdierleven te leiden. Het is aan te bevelen meerdere vrouwtjes samen te houden met een gecastreerd mannetje. Andere samenstellingen zijn in principe mogelijk, maar vereisen meer kennis. De leeftijd is ook belangrijk voor de selectie van de nieuwe aanwinst. Voor een vlekkeloze samenvoeging moeten de dieren ongeveer even oud zijn. Wie zijn huidige caviakoppel nog meer soortgenoten wil geven, kan het beste twee nieuwkomers gelijk opnemen – zodat geen van de viervoeters in de rol van buitenstaander wordt geduwd. Aangezien cavia’s ook de rangorde moeten verduidelijken wanneer nieuwe dieren hun intrek nemen, moet de gemeenschapsruimte voldoende groot zijn. Een vloeroppervlak van minstens één vierkante meter per cavia is zeker aan te bevelen. Voldoende hooi en groenvoer kunnen zorgen voor een goede sfeer in de ren. Tijdens de kennismaking moet je je dieren enkele uren goed in de gaten houden. Wilde achtervolgingen, kleine opstootjes en luid gepiep zijn mogelijk – bij dit gedrag hoeft niet ingegrepen te worden. Zelfs kleine beten in de oren zijn geen onoverkomelijk probleem en genezen meestal vanzelf. Alleen als een cavia massaal wordt aangevallen en in de rug wordt gebeten door soortgenoten, moeten de tegenstanders onmiddellijk worden gescheiden. Na enkele dagen kun je een nieuwe kennismakingspoging ondernemen. Als ook dit niet werkt, moeten de dieren definitief gescheiden leven – en heeft het enkele dier een nieuwe partner nodig. Een kennismaking verloopt niet altijd succesvol. Sommige dieren zijn gewoon niet geschikt voor elkaar en moeten niet gedwongen worden om samen te leven.

Kunnen konijnen en cavia’s samen?

Het antwoord is simpel: nee. Ze zijn verschillende soorten die in het wild nooit met elkaar in contact zouden komen. Het is in principe mogelijk om een konijn en cavia samen in een groot verblijf te houden. Voorwaarde daarbij is dat elk dier minstens één soortgenoot aan zijn zijde heeft. Voor een cavia is een konijn geen vervanging voor een andere cavia – en omgekeerd. De dieren spreken totaal verschillende talen en begrijpen elkaar eenvoudigweg niet. Ze zouden naast elkaar vereenzamen als ze geen soortgenoot in de buurt hebben om mee te knuffelen, te spelen en te verzorgen. Het bij elkaar zetten van chinchilla’s is een stuk lastiger. Een dier opnemen in een bestaande groep of meerdere chinchilla’s tegelijk toevoegen is bepaald niet eenvoudig. In hun oorspronkelijke leefgebied leven deze Zuid-Amerikaanse knaagdieren samen in grote groepen waarin sprake is van een duidelijke hiërarchie. Kun je één dier integreren in een bestaande groep, of meerdere chinchilla’s en cavia‘s bij elkaar houden? Het antwoord daarop is nee. Het zijn totaal verschillende soorten die in het wild nooit met elkaar in contact zouden komen.

Geduld is een schone zaak

De nieuwkomer wordt eerst in zijn eigen kooi geplaatst en ontmoet dan, na de quarantaineperiode, zijn toekomstige partner in de gemeenschappelijke ren. De dieren moeten echter eerst aan elkaar kunnen snuffelen voordat ze in het verblijf bij elkaar worden gezet. Als ze zichtbaar afwijzend of zelfs agressief reageren, moet de kennismaking eerder van kooi tot kooi plaatsvinden. Pas als de chinchilla’s rustig blijven aan hun kant van de tralies, kan een nieuwe poging in de ren worden ondernomen. Intelligente, sociale dieren zoals ratten zouden ook nooit alleen moeten leven.
Voor een succesvolle koppeling moet de nieuwkomer minstens tien weken oud zijn. Er kunnen zowel groepen van hetzelfde geslacht als groepen van gemengd geslacht worden gehouden. Als
mannetjes en vrouwtjes samenleven, moeten de mannetjes uiteraard worden gecastreerd om ongewenste nakomelingen te voorkomen. Het is ideaal om twee ratten te integreren in een bestaande
groep, want dan hoeft geen van beide dieren alleen in de kooi te zitten tijdens de noodzakelijke quarantaineperiode. Hoelang de koppeling van de knaagdieren duurt, hangt sterk af van het individuele karakter van de dieren en hun huisvestingsomstandigheden. Geduld is hierbij een must: er kunnen enkele dagen of zelfs weken verstrijken voordat alle ratten met elkaar in harmonie leven. Maar het is de moeite waard om vol te houden. Immers, als je sociale kleine dieren zoals ratten een soortgericht leven wilt geven, moet je ze voldoende contact met soortgenootjes kunnen bieden.