Er is voor een dierenbaasje moeilijk om een rottiger moment te bedenken dan wanneer de dierenarts tegen je zegt: “Het gaat erg slecht met uw hond. We moeten haar opnemen.” Je doet er alles aan om zo’n moment te voorkomen, maar soms kun je er niet omheen.

Onlangs ging onze kerngezonde en ruim zes maanden oude kruising Labrador x Herder Dakota voor een dagje naar de dierenkliniek. Ze moest laparoscopisch worden gesteriliseerd. Eén van onze reuen is intact en er zijn al meer dan genoeg pups op de wereld. Teveel zelfs.
Het zou een korte ingreep worden die haar lijfje zo min mogelijk belast. ‘s Morgens bracht ik haar nuchter naar de kliniek en nam met lood in m’n schoenen afscheid van haar. Dakota heeft in haar jonge leventje al veel meegemaakt en heeft door het veelvuldig wisselen van eigenaar een flinke scheidingsangst ontwikkeld. Toen ik ‘s middags gebeld werd dat alles naar wens was verlopen en ik haar kon komen ophalen, haalde ik opgelucht adem: ons malle hondje zou ‘s avonds weer bij ons op bed slapen en niet bang hoeven zijn dat we haar in de steek hadden gelaten, zoals zovelen voor ons hadden gedaan.

Terug naar de kliniek

Maar ons malle hondje was niet langer ons malle hondje. Voor de operatie grapten we vaak dat ze ADHD had omdat ze zo ontzettend druk was. Ze was vlug als water en jatte alles wat los en vast zat onder je neus vandaan. Echt een doerak.
Maar nu? Nu sleepte ze zich wat verveeld voort en keek ze naar haar eten alsof het vergif was. Tot overmaat van ramp begon ze ook nog eens vol overgave en vrijwel onophoudelijk te braken.
Ik ging terug naar de dierenkliniek met een doodziek hondje.

Haar nieren wilden niet meer

Dakota ging door de molen en kreeg een bloedtest en een echo. Na een poos die een eeuwigheid leek te duren in de wachtkamer, werden we teruggeroepen naar de spreekkamer: Dakota had acuut nierfalen!

Haar nieren waren er zo goed als mee opgehouden en haar bloedwaarden waren zo hoog dat ze niet eens meer gemeten konden worden. Ik schrok me kapot. Ze was immers twee dagen geleden, voor de ingreep, nog kerngezond. De narcose was wel heel zwaar gevallen, zo redeneerde ik. De dierenarts wilde andere oorzaken echter nog niet uitsluiten.

Omdat ons hondenmeisje 24 uur per dag aan het infuus moest om haar nieren te spoelen, moest ik haar met enorme tegenzin en een bloedend hart achterlaten bij de kliniek. Ik kon haar zelf niet de zorg bieden die ze nodig had en erbij blijven was geen optie. Zo werken dierenklinieken nu eenmaal niet.
De rit naar huis zonder mijn pup was een waas door de vele tranen die vloeiden. Zou Dakota het gaan redden? Er was een reële kans dat haar nieren niet meer konden herstellen. Donors zijn er niet en dus zou dat het einde van onze Kootje zijn. Van de gedachte alleen al werd ik misselijk.

Opgeven was geen optie

Het was op een vrijdagmiddag dat Dakota werd opgenomen. Op zaterdag vernam ik dat haar bloedwaarden niet verbeterd waren en dat ze niet wilde eten. Het zou beter zijn om haar niet te bezoeken. Het zou te verwarrend zijn als ik weer wegging na het bezoekuur. Ik deed wat me werd gevraagd en leefde gekluisterd aan de telefoon. Op zondag belde ik opnieuw en kreeg ik te horen dat de bloedwaarden nog slechter waren dan op vrijdag. Het zag er niet rooskleurig uit voor Kootje en ik moest gaan nadenken over ‘knopen doorhakken’. Maar op dat punt was ik nog lang niet beland. Opgeven was geen optie, niet voor een zes maanden oude pup die nog een heel leven voor zich had.

Op maandag stelde ik voor om met Dakota naar de Universiteitskliniek in Utrecht te gaan. Maar de arts die ik aan de lijn had, raadde dit af. Er zou die dag een heel goede dierenarts met Dakota aan de slag gaan. Ik besloot de resultaten daarvan voor die ene dag af te wachten. Ik had hoop.

Dakota was het meer dan zat

De nieuwe arts deed allerlei onderzoeken om ziektes uit te sluiten en kwam ten slotte tot de conclusie dat het inderdaad de narcose was geweest die Dakota de das om had gedaan. Er resteerde geen andere optie dan de nieren te blijven spoelen. En met resultaat, want op dinsdag waren haar bloedwaarden opeens een stuk beter. Feest!
Ik sloeg de adviezen om mijn hond met rust te laten in de wind en ging met Dakota wandelen in het zonnetje. Ze leefde zichtbaar op en at zelfs iets bij terugkomst in de kliniek, voor het eerst sinds vrijdag. Op woensdag zag het er nog beter uit en op donderdag werd ik gebeld door de dierenarts: ze wilde Dakota graag nog een dag houden, maar daar was onze ADHD-patiënt het volstrekt niet mee eens. Ze had de infuusnaald er meermaals uitgetrokken, een stel hoofdkappen gesloopt en een deur uit zijn voegen gelopen, zo graag wilde ze naar huis. En dus mocht ik haar ophalen. Het was een prachtig moment toen ik Kootje thuis weer vol vreugde zag dollen met haar  ‘zusje’ Sofie. Voor een hond die bijna was opgegeven, was ze bijzonder vrolijk.

Moraal van het verhaal

Inmiddels is Dakota na enkele vervolgonderzoeken weer helemaal de oude. Ze is weer druk en brutaal en ze eet als een dokwerker. Mijn advies aan mensen die een doodziek dier hebben in de opname? Geef niet op tot het echt niet anders kan. Dieren doen je soms versteld staan met hun ongelooflijke herstelvermogen.

door Nique Allsopp