De dierenarts is een vreemde en nare plek voor honden. Het is daarom niet gek, dat veel honden hier in paniek raken. Maar dat hoeft helemaal niet! Met onze 7 tips gaat je maatje zonder angst naar de dierenarts.

1. Thuis oefenen

Veel dingen die de dierenarts doet tijdens een onderzoek zijn voor honden onaan­genaam, voornamelijk omdat ze er niet bekend mee zijn. Dit kun je eenvoudig veranderen. Til je hond op een tafel of laat hem erop klimmen. Daar moet hij gaan zitten, wat je natuurlijk beloont met veel lof en wat lekkers. Inspecteer de oren, open zijn bek een beetje en onderzoek de tanden rustig. Voel aan zijn pootjes en buik. Al deze acties begeleid je met een vrolijke stem, alsof het een nieuw spelletje is. Bij honden die bijten uit angst kan het helpen om thuis regelmatig aan muilkorf­training te doen. Stap voor stap natuurlijk en elke keer beloond met veel lekkers.

2. De juiste klik

Jullie huisdierenpraktijk moet niet zo­maar een willekeurige praktijk zijn, want er moet een vertrouwensrelatie worden opgebouwd tussen de arts en het dier. Het is de moeite waard om enkele praktijken te bellen, beoordelingen online te lezen en andere hondenbezitters te vragen naar hun ervaringen. Overtuig jezelf daarna persoonlijk – met of zonder hond – dat de patiënt hier in goede handen is.

3. Er gebeurt niets

Om ervoor te zorgen dat een jonge hond geen wantrouwen opbouwt, is het de moeite waard om de praktijk eerst eens zonder behandeling te bezoeken, zodat de hond alle medewerkers leert kennen, en geaaid en verwend wordt met kleine traktaties. Je kunt een voorproefje krijgen van de kamers en ook rondkijken in de (lege) wachtkamer. Dit betaalt zich later dubbel uit, omdat de jonge hond leert: de dierenartsenpraktijk is een leuke plek met vriendelijke mensen.

De tekst gaat verder onder de foto

4. Het is niet altijd ernstig

Met oudere honden of viervoeters die een pijnlijke ervaring hebben gehad, rijd je meerdere keren naar de praktijk en ga je niet naar binnen, maar loop je gewoon langs. De hond kan wat snuffelen en zich ontspannen. Als een afspraak echt eens nodig is, zal hij van tevoren niet bang zijn en zal de behandeling gemakkelijker zijn.

5. Over wachttijden

Bij de meeste praktijken maak je tegen­woordig een afspraak om langs te komen. Vaak is het mogelijk om buiten te blijven tot de patiënt aan de beurt is, in plaats van in de wachtkamer. Dit bespaart de hond een hoop stress die eventuele an­dere wachtende patiënten hem zouden kunnen bezorgen.

6. Rustig blijven

Jouw stemming wordt altijd op je hond overgedragen. Als je zelf bang bent, zal je trouwe viervoeter ook bang zijn. Dus zorg ervoor dat je in een goed humeur bent, dwing jezelf tot een glimlach en praat speels tegen je hond terwijl jullie wachten. Probeer hem in geen geval te kalmeren met woorden van medelijden of troost, want dan denkt hij dat zijn angst gerechtvaardigd is.

7. Dierenarts aan huis

Niet alle, maar veel eenvoudige behande­lingen kunnen ook binnen vier vertrouwde muren plaatsvinden. Sommige prakijken bieden huisbezoek aan. Een (vertrouwde) dierenarts kan je viervoeter hierdoor thuis onderzoeken en behandelen als het paniekprobleem bekend is. Maar als je vermoedt dat er uitgebreid onderzoek nodig is (zoals een röntgenfoto of echo), dan moet je helaas toch met je hond naar de dierenartsenpraktijk gaan.