Wat eten konijnen in het koude seizoen? Hoe ziet het buitenleven van een fret eruit? En houden hamsters een winterslaap? Wat ertoe doet bij het houden van kleine huisdieren lees je hier.

Rustig opbouwen

Als de ijsbloemen bloeien en de sneeuwvlokken vallen, maken wij het binnen gezellig. Bij kaarslicht genieten we van de winter vanuit onze warme woonkamer. Maar hoe zit dat met konijnen, fretten en andere kleine huisdieren? Welke dieren kunnen buiten gehouden worden met temperaturen onder nul en welke zitten beter binnen? Waar moet je als baasje rekening mee houden in het koude seizoen? In principe kunnen gezonde konijnen ook in de winter buiten leven. Alleen chronisch zieke en verzwakte dieren moeten binnen blijven. Wie zijn konijnen in de winter buiten wil houden, moet daar in de nazomer op z’n laatst mee beginnen. Je gaat daarbij stap voor stap te werk. Eerst verlaag je de kamertemperatuur door het raam ’s nachts open te laten. Vervolgens
mogen de konijnen een uurtje per dag naar buiten. Daarna laat je ze de hele dag op het gras rondhobbelen, uiteraard in een veilige en stevige ren, die voorzien is van een goed beschut slaaphok. Deze procedure zorgt ervoor dat het lichaam van het konijn aan de dalende temperaturen went en zo een dikke wintervacht ontwikkelt.

Bescherming tegen weer en wind

Wellicht ten overvloede: konijnen mogen nooit alleen leven! Ook niet konijnen die buiten worden gehouden. Ze hebben minstens één soortgenootje aan hun zijde nodig om mee te leven en lekker tegenaan te kruipen. Zo houden de beestjes elkaar warm en gelukkig. Een verwarmingselement is niet noodzakelijk, maar als het langdurig ijzig koud blijft, kun je een warmtekussen of een warmtelamp in het hok plaatsen. Het is belangrijk dat de dieren voldoende ruimte hebben. Ze moeten immers regelmatig naar buiten omdat ze een natuurlijke drang voelen om te bewegen. Hun verblijf moet enkele vierkante meters zijn en kan ingericht worden met onbespoten fruitboomtakken, buizen en hellingen. Een gedeelte van het verblijf moet afgeschut zijn tegen weer en wind. Dekzeilen zijn hier handig voor. Bovendien hebben konijnen een weerbestendig onderkomen nodig waarin ze zich terug kunnen trekken om te slapen.

Vers voedsel in de winter

Als je konijnen heel het jaar door buiten leven, of als je ze hieraan wilt laten wennen, dan moet je ze de kans geven om wat ‘winterspek’ te kweken. Energierijk en gezond voedsel zoals noten, zaden en groenvoer helpt je konijn de nodige reserves op te bouwen om lage temperaturen te kunnen weerstaan. Tijdens de wintermaanden blijven echter hooi en gedroogde kruiden de belangrijkste voedselbron. De droge stengels dienen niet alleen als gezond tussendoortje, maar worden ook gebruikt om de schuilplaats mee op te vullen. Daarnaast krijgen de dieren vorstbestendig vers voer zoals kool en bieten – bij voorkeur meerdere keren per dag in kleine hoeveelheden. Er moet altijd vers water beschikbaar zijn voor konijnen, zelfs bij ijs en sneeuw. Het bevriezen van het drinkwater kan voorkomen worden door regelmatig vervangen.

Een frettenparadijsje

Net als konijnen verdragen fretten kou beter dan warmte. Daarom kunnen fretten de winter prima in een buitenverblijf doorbrengen, als ze tenminste ruim van tevoren geleidelijk aan aan de lagere temperatuur gewend kunnen raken. Ook voor fretten geldt overigens: zieke, oude of zwakke dieren blijven binnen! Zo kan je een ziek dier beter in de gaten houden en onmiddellijk reageren als er iets mis is. Goed om te weten: een koppel fretten dat buiten gehouden wordt heeft een verblijf nodig van minstens zes vierkante meter, plus een extra vierkante meter voor elk bijkomend dier. Een ruim tuinhuis met een aangebouwde ontsnappingsbestendige buitenruimte wordt aanbevolen. Een goed geïsoleerd slaaphuisje is ook erg belangrijk. En: aangezien fretten sociale dieren zijn, mogen ze nooit alleen worden gehouden. Hun huis moet voldoende ruimte bieden aan alle bewoners en tegen tocht beschermd zijn – maar niet afgesloten zijn van luchttoevoer. Anders is er kans op schimmelvorming. Voedsel en water moet op een beschutte plaats staan. Fretten zijn carnivoren: ook in de winter hebben ze voldoende dierlijke eiwitten nodig om gezond te blijven. In de herfst, wanneer de meeste dieren hun vetreserves opbouwen, kunnen de dieren een extra portie rund of gevogelte gebruiken. Om de winter goed door te komen moeten mannetjes ongeveer 500 gram aankomen, vrouwtjes 300 gram. Van je buitenverblijf maak je een heus frettenparadijs door dekentjes, ballen, hangmatten en tunnels te plaatsen.

Goed geïsoleerd knaagdierverblijf

Als het hok goed beschermd is tegen vocht en tocht, kunnen ook gezonde cavia’s buiten overwinteren. Als isolatie is hout met een dikke laag piepschuim een goede keuze. Het verblijf mag niet op de grond staan, maar moet op palen geplaatst worden. Voor een gezellig, warm slaaphuisje zorg je voor een bodembedekking van minstens tien centimeter dik strooisel. Natte plekken in het strooisel moeten dagelijks verwijderd en vervangen worden. Deurtjes kunnen met een wollen deken ‘geïsoleerd’ worden. Hierdoor blijven cavia’s warm in hun hok zonder dat de luchtcirculatie verhinderd wordt. Natuurlijk hebben de sociale knaagdieren ook een groot genoeg huisje nodig waarin ze tegen elkaar aan kunnen kruipen om elkaar lekker warm te houden. Als de grond niet bevroren of drassig is, kunnen cavia’s in de winter de tuin in voor hun beweging. Zorg ervoor dat er geen losse schors in de tuin ligt om de gevoelige pootjes van de diertjes te beschermen. Naast hooi eten de dieren ’s winters knolgewassen en kool. Wanneer de gezondheid van een cavia achteruitgaat terwijl hij buitengehouden wordt, mag je het dier niet direct mee naar binnen nemen. Het temperatuurverschil is dan te groot voor een verzwakte cavia. Het is beter om het dier in een onverwarmde, vorstvrije omgeving te plaatsen zoals een kelder of een washok en langzaamaan de temperatuur op te voeren, waarna hij uiteindelijk in de woonkamer of keuken kan gaan verblijven.

Pas op voor winterslaap

Hoe zit het met de hamster? Sommige hamsters houden een winterslaap, andere zijn het hele jaar door actief. Ze willen in ieder geval binnen worden gehouden. Het is belangrijk dat de kamertemperatuur niet onder de 10 graden Celsius zakt en de voedselvoorziening constant blijft. In dit geval komt het knaagdier de winter door zonder winterslaap. Goudhamsters zijn nóg gevoeliger en beginnen al bij temperaturen onder de 18 graden hun activiteiten te beperken. Bij een winterslaap verlaagt de lichaamstemperatuur en de ademhaling, tot het dier in een diepe slaap valt. Voor hamsters in gevangenschap kan dat gevaarlijk zijn. Ze zijn er vaak niet op voorbereid omdat ze geen wintervoorraad opgebouwd hebben. Wie vermoedt dat zijn hamster in winterslaap is gegaan, moet zijn dier onmiddellijk naar de dierenarts brengen. Die kan het lichaam van het dier voorzichtig opwarmen. Nog een belangrijke tip: Ziet je hamster er ‘s winters dood uit maar is hij niet stijf? Niet begraven! Hij is dan in winterslaap gegaan.

Geen tocht s.v.p.

Ratten en muizen zijn niet geschikt om buiten te houden. De kleine knaagdieren geven de voorkeur aan een binnentemperatuur van 19 tot 22 graden. Hun exotische familieleden, de gerbils, reageren gevoelig op kou en tocht en moeten daarom ook binnen blijven. In hun natuurlijk leefgebied, de steppen en woestijnen van Azië, graven de diertjes tunnels om zich te beschermen tegen extreme temperaturen. Sommigen dieren zijn net als mensen: ze hebben het graag knus en warm in de winter.