De bunzing lijdt een eenzaam bestaan. Hier lees je alles over zijn uiterlijk, voorplanting, ontwikkeling, levensstijl en gedrag.

Informatie:

Lichaamslengte:                              30 – 40 cm
Gewicht:                                            500- 1000 gram
Levensverwachting:                       5-10 jaar
Voorkomend in:                              West-, Midden-, en Oost-Europa
Leefomgeving:                                 Bos, veld, weilanden
Bedreigd:                                          Niet in gevaar
Klasse:                                               Zoogdieren
Familie:                                            Marters
Aantal soorten:                               1

Verschijning

Europese bunzings behoren tot de marterachtigen. Hun vacht is donkerbruin tot zwart met lichte plekjes aan de zijkanten. Net als wasberen hebben ze een wit gezicht met een donker masker rond de ogen. Het lichaam van de marter is slank en het hoofd is smal. Het beest heeft een schouderhoogte van slechts 5 centimeter. Tijdens het rennen het de marter zijn rug op. De marter heeft een staart die maximaal 15 centimeter lang kan worden.

Voortplanting en ontwikkeling

Marters paren tussen maart en juni. De mannetjes gaan dan op zoek naar de vrouwtjes en bij wijze van voorspel bijten ze deze in hun nek. Het mannetje sleept het vrouwtje net zo lang met zich mee tot ze compleet ontspannen en onbeweeglijk is voordat het paren plaatsvindt. Dit kan wel een uur duren. Zes weken later werpt het vrouwtje een nestje van zes tot acht kinderen. Wanneer de jongen geboren worden zijn hun ogen nog dicht en hun vacht wit. Na enkele weken kleurt deze donker. De nakomelingen zijn seksueel volwassen na ongeveer een jaar.

de bunzing in het wild

Levensstijl en gedrag

De bunzing leeft solitair. Hij slaapt het grootste gedeelte van de dag in een grot die hij zelf heeft gegraven of heeft veroverd. Soms kruipt hij in een spelonk of andere natuurlijke schuilplaats. In de winter kruipt de marter, op zoek naar warmte nog wel eens in schuren of andere comfortabele schuilplaatsen. De bunzing kan niet klimmen en jaagt daarom bijna uitsluitend op de grond. Hij kan wel goed zwemmen. De natuurlijke vijanden van de marter zijn grote roofdieren als vossen, wolven, roofvogels en wilde katten.

Communicatie

Het reukvermogen is voor de bunzing erg belangrijk en ook onderdeel van de communicatie. Zo bakent de bunzing zijn territorium af met een afscheiding van een geurklier op de anus. Ook gebruiken ze een bepaalde stank om hun vijanden af te stoten. De uitspraak ‘stinken als een bunzing’ komt hier dan ook vandaan.

Eten

De bunzing eet voornamelijk ratten en muizen die hij doodt door ze te bijten. Verder doet hij zich te goed aan kikkers, slangen en eieren. Mocht hij niet aan dierlijk voedsel kunnen komen, dan wil hij nog wel eens overstappen naar fruit, maar dit kan hij minder goed verteren.

Wist je dat?

De fret de tamme ondersoort van de bunzing is. Dit huisdier wordt steeds populairder in Nederland.