Op veel plaatsen in Zuid-Afrika kun je als vrijwilliger of als toerist in zeer nabij contact komen met jonge dieren, vaak leeuwen. Je kunt bijvoorbeeld met ze op de foto en als vrijwilliger kun je leeuwenwelpen de fles geven en soms met ze wandelen. Dit noemen wij een “knuffelfarm”. Bij een knuffelfarm zijn altijd jonge dieren aanwezig. Wat dus een fokbeleid impliceert omdat op die manier altijd een nieuwe aanwas van dieren is zodat toeristen/vrijwilligers altijd met een jong dier kunnen knuffelen.

knuffelfarm

 

Welpjes speciaal gefokt voor knuffelfarms 

Het gebeurt regelmatig dat een welpje door de fokker wordt ‘verhuurd’ aan farms of ‘natuurbeschermingsprojecten’waar toeristen met een welpje kunnen knuffelen en vrijwilligers de welpjes kunnen verzorgen. Dit in nauw contact staan met jonge dieren is een enorme trekpleister voor vele vrijwilligers/toeristen en het levert dan ook enorm veel geld op voor de fokker en het ‘project’.

Als het diertje groter wordt, en dus niet langer knuffelbaar is, gaat hij weer terug naar de fokker, de zgn. canned hunting farm. Als hij groot genoeg is, zal hij uiteindelijk worden ingezet als prooi voor de jager. Dit zijn vaak de perfecte dieren voor canned hunting. Door hun gebrek aan angst voor mensen, zijn ze gemakkelijk benaderbaar en dus ook gemakkelijk te doden.

knuffelfarm

 

Toeristen en knuffelfarms

Het feit dat er meer dan 8000 gefokte leeuwen zijn, geeft aan dat dit een enorme industrie is. Een leeuw wordt pas doodgeschoten op volwassen leeftijd, pakweg vanaf 5 jaar. Tot die tijd kost een leeuw dus alleen maar geld. Dit is alleen winstgevend voor de fokker als er ergens, tot die leeftijd van 5 jaar, geld wordt verdiend. En dat gebeurt dus in de vorm van knuffelfarms. Een toerist betaalt al snel EUR 5,- voor een fotomoment. Vrijwilligers betalen al snel EUR 600,- per week om als vrijwilliger op zo’n farm aan de slag te mogen. Een knuffelleeuw levert dus heel veel geld op, precies de redenen waarom er zoveel van worden gefokt.

knuffelfarm

 

 Als de kleintjes te groot worden voor de knuffelfarms, worden ze uitgezet om op te jagen 

Kleine welpjes zijn altijd aandoenlijk en dus de verleiding groot om met ze te willen knuffelen. Maar het is goed te bedenken dat het lieve welpje van vandaag, morgen zomaar (canned) hunting voer kan zijn. Het lot van deze dieren ligt mede in onze handen! 

 

Hoe herken je een knuffelfarm? 

  • Wat gelijk opvalt bij een bezoek aan de website zijn de foto’s waarop je mensen ziet knuffelen met (jonge) dieren.
  • In de beschrijvingen wordt duidelijk dat er altijd nieuwe (vaak jonge) dieren aanwezig zijn. Wanneer je ook komt: er zijn altijd jonge dieren waarmee je kunt knuffelen, waarmee je kunt wandelen of waarmee je op de foto kunt.
  • Het is onduidelijk waar de jonge dieren naar toe gaan als ze groter zijn geworden. Bij navraag blijkt dat er weliswaar plannen zijn om de dieren terug te plaatsen in het wild maar in de praktijk is dit nog nooit gebeurd of kan er, bij navraag, geen bewijs worden overleverd.
  • De projecten worden niet internationaal erkend en de gefokte dieren komen niet terecht in het ‘officiële’ circuit (zoals bijvoorbeeld erkende dierenparken).
  • Bij sommige van deze plaatsen kun je ook knuffelen met ‘uitheemse’ dieren. Zo kun je op veel plaatsen in Afrika knuffelen of wandelen met tijgers, een diersoort dat hier van nature niet leeft. Zeker hier is dan de vraag wat er met die dieren gebeurt aangezien uitplaatsing in het wild onmogelijk is. In het beste scenario slijten ze hun leven als volwassen dier in een hok
  • Vaak zijn er ook witte leeuwen waarmee je kunt knuffelen. Witte leeuwen worden specifiek en selectief gefokt. Van nature komen witte leeuwen zelden voor in de vrije natuur, waarschijnlijk omdat ze door hun witte vacht te veel opvallen en dit dus in hun nadeel werkt. 

 

Bron en foto’s: Stichting Spots