Geen enkel deel van het lichaam wordt door een hond zo intensief gebruikt als zijn poten. En van geen enkel deel is hij zo afhankelijk, als het op normaal bewegen aankomt. Des te belangrijker is het dus om de poten van een hond op de juiste wijze te verzorgen, zeker in de winter.

Wat kan gevaarlijk zijn?

Door de droge lucht van de verwarming in huis zijn de voetzolen van een hond broos en gevoelig voor scheurtjes. Door bevroren sneeuw en scherpe ijssplin­ters maar ook door strooizout, split en andere korreltjes op straat kunnen de voetzolen pijnlijk worden. Korreltjes hechten zich tussen de kussentjes van de hondenpoten en schuren daar tegen de huid. Honden proberen door intensief te likken het probleem op te lossen en zetten ook hun tanden en tong in om de huid weer schoon te maken. Slecht he­lende wonden zijn het resultaat.

Hoe voorkom je dit?

  • Bij honden die een dichte vacht hebben tussen hun voetzolen, knip je de haren ze kort mogelijk af. Dit vermindert welis­waar het effect van ‘klomppoten’, maar er kunnen ook andere vreemde voorwerpen in de poten terecht komen.
  • Voorafgaand aan iedere wandeling kun je de poten en voetzolen van een hond dik insmeren met vaseline, melkvet of een speciale potenbalsem voor honden. Hierdoor wordt de huid gladder en er ontstaat een beschermende laag, die het binnendringen van strooizout, ijssplin­ters en andere korreltjes voorkomt. Pas op dat de hond er niet aan gaat likken! Smeer de poten dus alleen vlak voor het wandelen in.
  • Spoel bij thuiskomst iedere poot goed af met lauwwarm water en controleer de voetzolen op scheurtjes of kleine won­den. Met je vingers spreid je de voetzo­len van de hond, zodat eventuele rommel tussen de tenen verwijderd kan worden. Laat je hond nooit zelf zijn poten schoon­maken: zo kan hij zout en andere onge­wenste zaken binnenkrijgen.

En hoe zit het met de nagels?

In de sneeuw en op een zachte achter­grond slijten de nagels van een hond in de winter vaak onvoldoende. Te lange nagels bemoeilijken het lopen, veroor­zaken onjuiste beweging en verhogen het risico op uitglijden op een glad op­pervlak. Dat de nagels te lang zijn, merk je wanneer je de hond op hout of steen kunt horen lopen. Met een speciale nagelschaar kun je de niet-doorbloede delen van de nagels afknippen. In witte nagels zie je de bloedvaten duidelijk zitten. Donkere nagels kun je het beste tegen het licht van een lamp houden, zodat je kunt zien hoe kort je de nagels kunt afknippen. Vind je het lastig om zelf de nagels van je hond te knippen? Laat het dan door de dierenarts of in een hondentrimsalon doen.