Massaveehouderij en uitstervende soorten: dieren zijn volledig onbeschermd overgeleverd aan mensen. Dierenrechten en waardigheid zijn ver te zoeken.

Geel lichten de grote tanden op, de ogen staan wijd open, het gezicht lijkt tevreden te grijnzen: een fotogenieke kuifmakaak op Sulawesi werd in 2011 een superster. Wat heeft dit te maken met dierenrechten? De aap had met de hulp van natuurfotograaf David Slater op de sluiter van een camera gedrukt en daarmee enkele fantastische selfies gemaakt. De apenselfies gingen de wereld over – en brachten uiteindelijk David Slater voor het gerecht. De dierenbeschermingsorganisatie Peta klaagde Slater in 2015 aan uit naam van de aap: Alleen de kuifmakaak zou het recht op deze beelden hebben en de daarbij behorende inkomsten. Voor de fotograaf betekende het een jarenlange rechtsstrijd. Uiteindelijk werd er buiten de rechtszaal om een schikking getroffen – ten gunste van de kuifmakaak. De fotograaf  moet nu een deel van de inkomsten die hij van de beelden ontvangt, uitgeven aan het behoud van het leefgebied van de apen van Sulawesi. De zaak zorgde wereldwijd voor veel media-aandacht. Maar ook voor fronsen, én nieuwe morele vragen.

kuifmakaak maakt selfie

Rechten: ja – maar welke?

Een aap kan het recht op een foto krijgen? Krijgt hij dan ook een pensioen?  Of mag hij zijn stem uitbrengen bij verkiezingen? Dergelijke vragen komen in ons op als we over zaken als die van de kuifmakaak lezen. De vragen lijken misschien absurd – en als ze op deze wijze geformuleerd worden, kunnen we er ook geen zinnig antwoord op geven. Maar toch zijn ze van belang in een groter perspectief, waar we ons steeds meer van bewust worden en waar we graag antwoord op zouden willen krijgen: de vraag naar de waardigheid en de daarmee verbonden dierenrechten. Waar hebben zij recht op? En moeten we daar eigenlijk wel over nadenken? Dat moeten we zeker! Want het onderwerp komt dagelijks aan de orde. Als we een schnitzel eten, een eitje bakken, leren schoenen kopen, naar de dierentuin gaan of onder een dekbed met een vulling van veren slapen. Zonder dieren kunnen wij mensen al lang niet meer. We houden ze gevangen om ze te kunnen eten. We proberen medicijnen op ze uit omdat we niemand anders kunnen vinden om dat mee te doen. We dresseren ze en trekken ze zelfs mensenkleding aan. Niet alle handelingen zijn pijnlijk voor dieren, maar of hun waardigheid erbij inschiet, is een ander geval. We ‘misbruiken’ ze voor ons eigen plezier en vooral kwellen en doden we ze in ongekend hoge aantallen. Alleen al vanwege de vreselijke toestanden  in de massaveehouderij, waardoor dagelijks miljoenen dieren moeten lijden, is het hoog tijd om vast te leggen wat de waardigheid en de rechten van dieren zijn.  

Waardigheid als heilig goed

Steeds opnieuw wordt er vurig gediscussieerd over dierenrechten en zijn er verschillende manifestaties in de media en vakliteratuur te vinden. Terwijl de één zich inzet voor onbeperkte waardigheid, weigeren tegenstanders om dieren ook maar iets in die richting toe te staan. De waardigheid van dieren is onder de meeste dierenliefhebbers echter een heilig goed: ‘De waardigheid van een mens is onaantastbaar’ staat in de grondwet en is daarnaast een universele waarde. De waardigheid van de mens is het middelpunt van de rechtsorde, maar voor dieren gaat dit niet op. Want er blijft altijd een verschil gemaakt worden tussen het menselijke, ‘begaafde’ leven en de belangen van dierenbescherming. Deze houding was ook gebaseerd op een specifiek geval in Duitsland rond de dierenwelzijnsorganisatie Peta, die de Holocaust op posters in verband bracht met slachtdieren. De campagne werd verboden, want door mensen en dieren gelijk te stellen, zouden mensen en daarmee hun lot gebanaliseerd worden. Wat hier mogelijk het geval was in verband met de Duitse geschiedenis en een dubieuze billboard-advertentie, werd dankbaar gebruikt door diegenen die weigeren dieren enige vorm van waardigheid te verlenen. 

‘We weten al lang dat dieren voelen en denken, dat ze pijn, vreugde, genot en verdriet ondervinden. En toch gooien we onze moralen regelmatig overboord en erkennen we niet dat hun levens het beschermen waard zijn.’

 

‘Ja’ tegen het leven

Zij beargumenteren: waardigheid is onlosmakelijk verbonden met zelfbewustzijn en schending hiervan. Met andere woorden: Als we ons onwaardig behandeld voelen, dan zijn we mentaal gewond of gekwetst. Dan eisen we gerechtigheid.  En dat zouden, wederom, alleen mensen kunnen. Alleen wij zijn in staat om te oordelen en goed van kwaad te onderscheiden – dus denken en handelen naar moraal. Dieren zouden dit niet kunnen, zij leven volgens hun instinct. Maar bij deze vaardigheid waarover alleen wij mensen zouden beschikken, hoort wel een verantwoordelijkheid: de verantwoordelijkheid tegenover alle levende wezens – ook zij die ‘anders’ zijn dan wij. 

We weten al lang dat dieren voelen en denken, dat ze pijn, vreugde, genot en verdriet ondervinden. En toch gooien we onze moralen regelmatig overboord en erkennen we niet dat hun levens het beschermen waard zijn. Maar hun bestaan is net zo levenswaardig als dat van onszelf. Net als wij streven dieren bepaalde doelen na om hun leven ‘vorm te geven’. Ze eten om niet te verhongeren, zoeken warmte op om niet te bevriezen en doen alles om in leven te blijven. Daarmee bevestigen ze hun leven – en hun ‘zijn’.  Zo formuleerde de Deense filosoof en minister Lauritz Smith het in 1789: “Ieder levend wezen, ieder dier is  er voornamelijk voor zijn eigen bestwil, en om te genieten van de gelukzaligheid van zijn bestaan.” 

Dieren beschermen als doel

Door onze vaardigheid om moreel te denken en te handelen, zouden wij juist in staat moeten zijn om dat te erkennen. Het is aan ons de levens te beschermen van hen die zichzelf niet kunnen verweren. Daarvoor hebben dieren geen kiesrecht noch een pensioen nodig. “De mens moet anders handelen dan de dieren”, schrijft Peter Kunzmann in ‘De waardigheid van de dieren’. Het toekennen van waardigheid aan anderen zou immers iets zijn dat alleen de mens kan. 

Maar deze erkenning schijnt in veel vormen van het houden van dieren geen enkele rol te spelen. Als je je bedenkt hoe omvangrijk de bescherming van dieren bij ons eigenlijk geregeld is, geeft dat stof tot nadenken. In Duitsland staat de bescherming van dieren zelfs al sinds 2002 in de grondwet (artikel 20a): “De staat voorziet ook in de bescherming van en verantwoording voor de toekomstige generaties van natuurlijk levensonderhoud en de dieren”, zo staat er. En: “Niemand mag een dier zonder gegronde reden pijn doen, laten lijden of schade berokkenen”, zegt de dierenbeschermingswet. Totdat dit geformuleerd kon worden, gingen er vele jaren voorbij – want de dierenbeschermingsgeschiedenis van onze oosterburen is fors en gaat terug tot het jaar 1819. Toen al eiste de stadspastoor van Stuttgart, Christian Adam Dann, in naam der dieren: “Maak ons vaak korte en moeizame leven draaglijk en onze dood zo eenvoudig mogelijk.” 

Dierenleed en de wet

Op 1 oktober 1972 werd in Duitsland de huidige dierenbeschermingswet aangenomen. Deze ontstond “uit de verantwoordelijkheid van mensen om het dier als medewezen, zijn leven en zijn welzijn te beschermen”. En zo staat het nog altijd geschreven. 

Deze wet die de dieren moet beschermen, regelt vooral het houden van dieren, ingrepen en dierproeven. Later kwamen er steeds meer nieuwe verordeningen bij, zoals het voorschrift voor het houden van leghennen (2001) en een decreet betreffende de huisvestingsomstandigheden op Duitse pelsdierfokkerijen (2006). Sinds 2009 mogen er geen honden- en kattenvachten meer geïmporteerd worden in Duitsland. Niettemin komen ze illegaal wel binnen. Ook een speciale richtlijn voor dierproeven bestaat – maar verbiedt ze echter niet. Er is wel veel gebeurd aan dierenbescherming in de wet – iets waar dieren in bijvoorbeeld India en China, waar weinig tot geen regels zijn, het zonder moeten doen.

Misbruik, omdat het kan

En toch zijn dierenbeschermingswetten vaak volstrekt ontoereikend. In Nederland worden pelsdierfokkerijen pas per 2024 verboden, In Duitsland schaft men deze walgelijke praktijken niet volledig af, maar moeten de kooien wat groter worden. In plaats van het houden van leghennen in kooien te verbieden, blijft bij onze oosterburen het ‘houden in kleine groepen’ vooralsnog toegestaan. Met talloze mazen in de wet en speciale formuleringen, die er in de meeste gevallen om gaan hoe wij dieren bejegenen, blijft de mogelijkheid om dieren te misbruiken bestaan. De verklaring in de wet dat men ‘een dier niet zonder gegronde reden’ leed mag aandoen klinkt heel mooi, maar wat een gegronde reden is,  wordt niet toegelicht. Als je kijkt naar de huidige toestanden in de massaveehouderij wordt het hele principe gereduceerd tot absurditeit. Omdat uiteindelijk deze wet het lijden beheert waar bescherming en verbod van kracht zouden moeten zijn. “Dierenbeschermingswetten zijn dierenmisbruikwetten”, zo filosofeerde Richard David Precht in het tijdschrift ‘Planeet Vier Voeters’. “Ze gaan namelijk niet om het welzijn van dieren. Als ze daarover zouden gaan, zou men dieren niet eens mogen slachten of gebruiken voor dierproeven.” En zo blijft een waardige behandeling van dieren voorlopig nog toekomstmuziek. Ook omdat er steeds weer gediscussieerd moet worden over wat rechten voor dieren zouden moeten omvatten.  

 

‘Wij zijn het die de dieren leed berokkenen en die kijken hoe ver we daarbij kunnen gaan. Een gedachte die je tot wanhoop kan drijven als je er even bij stilstaat.’

 

Recht op vrijheid

De organisatie Great Ape Project drijft dit op de spits. Zij eist voor mensapen het ‘recht op leven’, ‘bescherming van de individuele vrijheid’ en ‘een verbod op marteling’.  Deze dieren zouden, omdat ze zo op ons lijken, op zijn minst fundamentele rechten moeten krijgen, zo vindt Great Ape Project. Geen mensenrechten, welteverstaan. En dat is een verschil: “De mensenrechten omvatten vrijheid van meningsuiting en godsdienst, iets dat voor mensapen evenmin van belang is als de vrijheid van bezetting of het recht om vakbonden te vormen “, aldus de organisatie op haar homepage. Helaas heeft de eis om mensapen fundamentele dierenrechten toe te kennen tot nu toe geen vaste grond gevonden. Fundamentele rechten blijven voorbehouden aan natuurlijke personen, dus mensen, zo oordeelde de rechtbank. Deze rechten zouden niet op alle levende wezens van toepassing kunnen zijn. Plus: al is er sprake van een ‘grotere genetische overeenkomst’ tussen mensen en mensapen, het gaat nog altijd om dieren.

Wat de apen echter niet toegekend krijgen, blijft ook voor andere dieren een  utopie – in ieder geval als dingen zo blijven als ze nu zijn. Daarom is het zo belangrijk dat wij mensen verder voor hen blijven strijden die voor zichzelf kunnen opkomen. Zelfs al is het hele gebeuren volslagen paradoxaal. Want zonder de diersoort mens zou men niet eens hoeven discussiëren over de waardigheid en rechten van dieren. Wij zijn het die de dieren leed berokkenen en die kijken hoe ver we daarbij kunnen gaan. Een gedachte die je tot wanhoop kan drijven als je er even bij stilstaat.

Een betere wereld begint bij ons

In een droom zou het allemaal heel eenvoudig zijn: De mens behartigt de belangen van de mensheid, maar heeft eveneens respect voor het leven van anderen en ziet waardigheid voor dat wat het is: medeleven en verantwoording, niet alleen voor onszelf. In de harde realiteit zou dit kunnen betekenen: vlees wordt duurder. Geleidelijk aan, zodat de consument kan wennen. Eieren zouden alleen nog biologisch mogen zijn en leer, veren en bont zijn overbodig door steeds beter geworden alternatieven. Het circus behoort tot het verleden en dierenmishandeling wordt voortaan hard bestraft. Dat deze droom niet op korte termijn werkelijkheid zal worden, weten we allemaal. Want nog altijd staat de mens zichzelf in de weg wat medeleven en verantwoording betreft. Steeds als we een maas in de wet of een excuus zoeken, of omdat we nog meer geld willen verdienen – over de rug van hen die zichzelf niet kunnen verweren. En toch: de droom van een betere wereld voor alle levende wezens moeten we niet loslaten. We moeten blijven strijden voor hen die niet gehoord worden. Pas dan kunnen dierenrechten werkelijkheid worden.

 

Lees ook: Mogen huisdieren wel alleen zitten?

 

Uit: Hart voor Dieren 3/2018

Neem nu een abonnement!

Foto’s: Alamy, Fotolia.com, Okapia, Shutterstock