Katten zijn typische ‘snackers’: ze geven de voorkeur aan veel kleine lekkernijen boven één overvloedige maaltijd per dag. Dit hapjesprincipe kan echter ook een dikmaker zijn.

Terug in de tijd

In tegenstelling tot honden, die behoorlijke hoeveelheden voedsel naar binnen kunnen schrokken, eten katten liever de hele dag door regelmatig kleine hapjes. Dit eetgedrag vindt zijn oorsprong in de levenswijze van de voorouders van onze katten en honden. Wolven, waarvan onze honden afstammen, jagen in roedels op grote dieren en eten hun prooi samen op. Daarbij geldt het principe: alleen het vlees dat je doorslikt, kunnen anderen niet opeten. Door voedselconcurrentie kunnen wolven – en dus ook honden –flinke hoeveelheden voedsel in één keer verorberen.

Solo op jacht

De wilde voorouders van onze huiskatten zijn daarentegen solitaire jagers. Zij liggen solo op een prooi te wachten en hoeven deze na een succesvolle jacht niet te delen. Omdat niemand anders een deel van de prooi opeist, kan de kat zijn tijd nemen om te eten. De prooidieren zijn echter klein en voorzien niet in de dagelijkse behoefte van een kat. Een vrij levende kat heeft tien tot twaalf muizen per dag nodig om voldaan te zijn. Het hapjesprincipe is dus geen gril van verwende huiskatten; het gedrag komt overeen met hun natuurlijke voedingspatroon. Met de zekerheid dat er iets beters te halen valt, weigert een kat wel eens zijn eten in de klaargezette voerbak, of bestraft hij zijn mens met een blik van walging totdat deze toegeeft een ander voer klaarmaakt. Ook dit gedrag komt je wellicht bekend voor.

Tot wel 16 maaltijden

Uit onderzoek is gebleken dat katten per 24 uur tot wel 16 keer eten, als ze toegang hebben tot voedsel. In principe is een voeding die tegemoetkomt aan de natuurlijke eetgewoonten van katten toe te juichen. Aan de andere kant kan een voerbak die altijd vol is, ook al snel leiden tot ongezond overgewicht. Het kattenvoer van tegenwoordig is namelijk zeer rijk aan voedingsstoffen en energie. Vooral goed droogvoer is een voedingsconcentraat: slechts enkele grammen ervan zijn voldoende om aan de voedingsbehoeften van de kat te voldoen. Het beste is dus toch om gewoon voor elke dag een rantsoen te bereiden dat voorziet in de energiebehoefte van de kat. Deze maaltijd kan bestaan uit nat- en droogvoer, zelf gekookte maaltijden (let op dat alle benodigde voedingsstoffen in de juiste hoeveelheden worden verwerkt!), traktaties en supplementen, afhankelijk van voorkeur en smaak. Verdeel dit dagelijkse rantsoen vervolgens in acht tot zestien kleine maaltijden. Als je het grootste deel van de dag thuis bent, kun je de kat deze ‘snacks’ gedurende de dag naar believen aanbieden.

Snackservice in het dagelijks leven

Zo kunnen werkende mensen het snackprincipe in hun dagelijkse routine inpassen: het dagrantsoen droogvoer wordt verdeeld in zoveel porties als gewenst en het natvoer voor de dag wordt
verdeeld over drie maaltijden. ‘s Morgens krijgt de huiskat zijn eerste portie natvoer, de andere twee porties worden in de koelkast bewaard. Voordat je naar je werk gaat, verstop je twee tot drie
porties droogvoer in huis; dit houdt je kat lekker bezig. Als de baas terugkomt van zijn werk, krijgt de kat nog een kleine portie droogvoer om de wachttijd voor de tweede portie natvoer, die eerst
op kamertemperatuur moet komen, te verkorten. Later op de avond kun je voerspelletjes doen met meer porties droogvoer. De laatste maaltijd van de dag wordt voor het slapen gaan gegeven:
eenmaal natvoer voor directe consumptie en eenmaal droogvoer voor als snack na middernacht.

Slimme apparaten

Het hapjesprincipe kan nog eenvoudiger worden toegepast met een voerautomaat. Dit apparaat wordt gevuld en geeft dan op de gewenste tijdstippen een bepaalde hoeveelheid voedsel af. Er bestaan inmiddels ook apparaten die porties natvoer koel bewaren en kort voor het voeren weer opwarmen. Voor huishoudens met meerdere katten zijn er ook automaten die alleen voedsel
verstrekken aan een specifieke kat.