Gezondheid is het mooiste dat er is. Dat geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor onze huisdieren en alle wilde dieren buiten. Hier lees je wat je kunt doen in geval van nood en hoe je het hoofd erbij houdt.
Dit artikel komt uit Hart voor Dieren magazine – neem nu een abonnement!
In Duitsland en België moet je verplicht een EHBO-cursus volgen bij het halen van je rijbewijs, in Nederland is dat nog niet het geval. In onze buurlanden weet dan ook ongeveer 90 procent van de bevolking wat te doen in geval van nood. Een zekerheid die ook goed van pas zou kunnen komen als onze hond na een wandeling in het bos met teken thuiskomt of als we een egel tegenkomen die eigenlijk allang begonnen zou moeten zijn aan zijn winterslaap. We willen nu eenmaal dat het goed gaat met de dieren. Gelukkig kun je veel doen om een dierenleven te redden, vooral als het gaat om noodgevallen. Natuurlijk kun je niet alles weten en heb je uiteindelijk toch vaak nog de hulp van een dierenarts nodig, maar een paar simpele handgrepen zou elke dierenvriend toch wel moeten kunnen beheersen. Hier vind je de belangrijkste.
Richtlijnen bij het opwarmen
Bijna overal loeren gevaren voor huisdierenbezitters. Bij honden kan een wandeling in de sneeuw soms al nare gevolgen hebben. Door de natte sneeuw kunnen de dieren snel onderkoeld raken. Vooral kleine, kortharige honden zoals dwergpinchers bevriezen snel. Blijf daarom tijdens een wandeling niet te vaak staan. Je hond heeft immers niets aan zijn vacht als hij op zijn kale kont in de kou moet zitten. Ook middelgrote honden moeten bij temperaturen onder het vriespunt in beweging blijven. Als de vacht nat wordt tijdens het spelen in de buurt van water of ijs, kan dat zelfs voor grote honden gevaarlijk zijn. Als je hond over het hele lijf rilt, oppervlakkig ademt en als je aan de binnenkant van het bovenbeen een zwakke pols voelt, is het tijd om in actie te komen. Breng de hond naar binnen en geef hem lauwwarm water te drinken als de lichaamstemperatuur onder de 38 graden Celsius komt. Let wel op: voer de hond nooit water onder dwang. Bel de dierenarts als de temperatuur onder de 36 graden Celsius komt.
Onderkoelde en/of nat geworden katten moet ook zo snel mogelijk worden afgedroogd en in een warme deken worden gewikkeld zodat ze langzaam kunnen opwarmen. Kittens of dieren die net een ongeluk hebben overleefd, hebben soms ook een lage temperatuur die wordt veroorzaakt door de shock waardoor ze niet meer kunnen bewegen. Ook hier is het devies: langzaam opwarmen.
Warmtelampen kunnen uitkomst bieden als het te lang duurt voordat de temperatuur weer stijgt. Kijk wel uit voor oververhitting en wees voorzichtig met warme kruiken, want die kunnen brandwonden veroorzaken. Ook in het dagelijks leven thuis bestaat het gevaar op verbrandingen. Bijvoorbeeld als je een ketel water op het vuur zet om thee te maken. Als de poes dan per ongeluk op het fornuis springt, kan ze gemakkelijk de zachte kussentjes onder de poten verbranden.
Kijk ook uit met konijntjes in de buurt van de open haard. Vonken van het houtvuur kunnen voor serieuze brandwonden zorgen. Het is dan belangrijk om snel te handelen. Koel verbrande poten tien tot twintig minuten onder lauw stromend water en leg er daarna een koude kompress uit de koelkast op. Ga bij zware derdegraads verbrandingen direct naar de dierenarts. Gebruik bij dieren nooit brandwondenzalf, zowel bij brandwonden op de huid als onder de poten. Ze zorgen voor verklevingen in de vacht en dieren hebben de neiging om eraan te gaan likken. Daarom mag je ook nooit een brandblaar kapot prikken. Het gevaar bestaat namelijk dat het dier infecties krijgt door aan de open blaar te likken.
Voorzichtig, giftig
Wat dieren niet beseffen, maar wat wij als baasjes wel moeten weten, is dat bepaalde levensmiddelen voor dieren uitermate giftig zijn. Chocolade bijvoorbeeld, is een echte lekkernij voor mensen, vooral rond feestdagen zoals Kerstmis en Pasen. Maar voor dieren is chocolade ronduit gevaarlijk. In cacaobonen zit namelijk de voor honden, katten en cavia’s levensgevaarlijke stof heobromine. Hoe hoger het cacaogehalte en de opgegeten hoeveelheid, hoe bedreigender de situatie. Als je dier te veel chocolade heeft gegeten, moet dat zo snel mogelijk uit het lichaam verdwijnen. Ga zo snel mogelijk naar de dierenarts en wacht niet tot het dier krampen krijgt. Kan je dier echt niet van chocolade afblijven? Er bestaan tegenwoordig ook speciale ‘chocolade’ producten voor dieren. Katten maak je daar niet zo blij mee, want een kattentong is niet in staat om zoet te onderscheiden, maar honden vinden het vaak heel lekker.
Naast chocolade kunnen ook schimmels in het strooisel en het voer van konijntjes en cavia’s gevaren opleveren. Ververs het dus regelmatig. Ook meststoffen, schoonmaakmiddelen, antivries, bepaalde kamerplanten, etherische olie en meer van dergelijke zaken kunnen giftig zijn voor je huisdier. Heeft je dier iets daarvan binnengekregen? Ga dan direct naar de dierenarts. Neem de verpakking mee of schrijf de naam van het product op zodat de dierenarts weet wat het is en sneller kan handelen.
Ook kleine huisdieren zoals vogels kunnen grote gevaren tegenkomen. Vogels zien in glas voornamelijk hun eigen spiegelbeeld en niet het gevaar van de glaswand. Als een parkiet of kanarie
tegen het raam aan vliegt, kan zo’n botsing ernstige gevolgen hebben. Een gebroken vleugel, hersenschudding of in het ergste geval een hersenbloeding kunnen het gevolg zijn. Stabiliseer
de gewonde vogel eerst door voor rust en warmte te zorgen. Vaak knappen de vogels snel op in een warme kamer of onder de infraroodlamp die in geen enkel vogelgezin mag ontbreken. Weigert het dier daarna nog steeds te vliegen? Schakel dan de hulp van een arts in om te kijken of er niets gebroken is. Overigens kunnen niet alleen vogels inwendige breuken hebben. Dat geldt ook voor andere dieren. Houd je dier dus goed in de gaten na een botsing of een andere aanraking met een stomp voorwerp.
Pas op: overstekend wild
Niet alleen bij huisdieren is het belangrijk om te weten wat te doen, ook bij wilde dieren kan kennis van eerste hulp levens redden. De waarschuwingsborden voor overstekend wild staan er niet voor niets want dat zijn plaatsen waar ook daadwerkelijk regelmatig wilde dieren oversteken. Meestal is dat het geval bij overgangen tussen bos en weide. Rijd daarom op die plaatsen met het dimlicht aan en houd de berm in de gaten. De ogen van de dieren reflecteren licht van je lampen waardoor je ze, ook in het donker, sneller ziet. Als je een dier in de bosrand ziet, neem dan gas terug, knipper met je lichten en gebruik eventueel je claxon om het dier weg te jagen. Let wel op: sommige dieren zoals wilde zwijnen en edelherten, leven in kuddes en zijn dus vaak in grotere aantallen onderweg.
Als het echt tot een botsing komt, houd er dan rekening mee dat de vaak mensenschuwe dieren dan onder grote stress staan. Raak de dieren niet aan om te voorkomen dat je zelf geïnfecteerd raakt door een ziekte. Bovendien hebben wilde dieren een buitengewoon sterk geurzintuig. Als ze eenmaal door mensenhanden zijn aangeraakt, kunnen ze later door soortgenoten worden uitgestoten. Bel daarom in zo’n situatie de jachtopzichter van het gebied of de politie. Ook met de beste bedoelingen mag je een gewond dier niet meenemen. Reeën, vossen en co. zijn wettelijk eigendom van degene die de grond bezit. Als je een beschermd dier meeneemt, kun je zelfs strafbaar zijn.
Juiste hulp in de natuur
Natuurlijk wil je ook helpen als je in de natuur een jong, schijnbaar alleen gelaten, dier vindt, maar ook dat is niet altijd het juiste. Jonge veldhazen bijvoorbeeld, zijn vaak al heel vroeg zelfstandig en hebben dus geen hulp nodig. En jonge eekhoorntjes vallen regelmatig uit het nest, maar worden meestal snel weer gevonden door de moeder en weer teruggebracht. Pas als je zeker weet dat het gevonden jonge diertje gewond is of helemaal de weg kwijt is, kun je iets doen. Als je al een dier oppakt, doe dat dan – vooral bij egels, veldhazen en eekhoorntjes – alleen met handschoenen aan. Beter is het nog om in zo’n situatie de hulp in te roepen van de dichtstbijzijnde opvang voor wilde dieren. Voor egels bestaan er zelfs speciale egel opvangcentra verspreid over heel Nederland waarmee je contact kunt opnemen als je tussen november en maart een egel vindt die niet bezig is met zijn winterslaap. Ook de dierenbescherming kan in geval van nood hulp bieden en is zeven dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar via nummer 144. Maar als je dit artikel hebt gelezen en goed let op zowel de dieren in huis als in de natuur, kan er eigenlijk niet veel meer misgaan.