Veel verhuurders willen helaas geen huisdieren in hun huurwoning. Wij leggen uit wat je rechten zijn en geven tips om ervoor te zorgen dat je geliefde huisdier niet weg hoeft.

Dit artikel komt uit Hart voor Dieren magazine – neem nu een abonnement!

Met een zacht spinnende poes op schoot je lievelingsprogramma op tv bekijken. Of samen met je hond na een lange wandeling op de bank ontspannen; zo ziet voor veel dierenvrienden een perfecte vrije avond eruit. Maar helaas is dat niet altijd probleemloos mogelijk, vooral als de verhuurder zijn veto uitspreekt als het gaat om huisdieren. In steeds meer huurwoningen zijn huisdieren niet
meer welkom. Maar mag een verhuurder het houden van huisdieren ook echt verbieden? En wat zegt de wet over dit onderwerp?

Individuele belangen afwegen

De wet is hier echter niet duidelijk over. Een kant-en-klaar antwoord bestaat er dan ook niet. In de algemene richtlijnen die zijn opgenomen in de huurwet is ook geen absoluut verbod of een generaal pardon voor huisdieren te vinden. Er zullen dus altijd individuele belangen moeten worden afgewogen. De wens van de huurder om een dier te mogen houden valt onder het recht op
een privéleven dat is opgenomen in het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) dat de fundamentele vrijheden van iedere burger beschermt. Daar tegenover staat het recht van de verhuurder dat zijn eigendom niet wordt beschadigd en de woning wordt gebruikt zoals vastgelegd in het contract. Tenslotte spelen ook de belangen van de buren een rol. Als zij last hebben van het voortdurende geblaf van de hond of een stinkende kattenbak, heeft de huisdiereneigenaar slechtere kaarten in huis.

Houders van kleine huisdieren zoals dwergkonijntjes, cavia’s, hamsters, siervogels, siervissen, ongevaarlijke hagedissen en schildpadden hoeven zich minder zorgen te maken. Omdat deze dieren in kooien, terrariums of aquariums worden gehouden, kan een derde partij daar moeilijk last van hebben. Je moet er dan natuurlijk wel voor zorgen dat de dieren op de juiste manier worden gehouden. Als je huis dreigt te veranderen in een kleine dierentuin of – zonder overleg – wordt gebruikt als fokkerij of opvang voor dieren, kun je daar wel degelijk problemen over krijgen met je buren en dus met je verhuurder.

Huurdersvriendelijke rechtspraak

Maar hoe ziet het er nu concreet uit met de honden- en kattenhuishouding? Ook als de verhuurder nadrukkelijk een verbod op het houden van huisdieren in het contract heeft opgenomen, kan hij niet zomaar eisen dat het dier uit huis wordt geplaatst. Daarvoor zal hij eerst een uitspraak van de rechter moeten vragen.

In 2016 oordeelde de Rechtbank Noord-Nederland dat een huurder het houden van een huisdier niet zomaar mag verbieden, ook niet als het gaat om een pony. In deze situatie spande de verhuurder een zaak aan tegen een huurder die een kleine pony in een stal in de tuin had staan. Volgens het contract mocht een huurder alleen de gebruikelijke huisdieren houden en geen ‘vee’. De verhuurder was van mening dat een pony – op Wikipedia en in Van Dale woordenboeken omschreven als klein paard – onder ‘vee’ valt en dus verboden is. De rechter nam een kijkje ter plaatse en zag een goed onderhouden, afgescheiden stalruimte zonder enige overlast. Bovendien oordeelde hij dat een pony geen ‘vee’ is omdat pony’s niet om economische redenen worden gehouden. De pony mocht blijven.

Hieruit blijkt maar weer eens dat elke situatie anders is. Maar in de basis geldt: als er geen bepalingen over het houden van huisdieren in het huurcontract zijn opgenomen, heeft de verhuurder geen inspraak als het gaat om het houden van honden of katten. Tenminste, zolang het gaat om een normaal huishouden met dieren en niet om een fokkerij of opvangcentrum. Als er wel een bepaling over huisdieren in het contract is opgenomen, is het verstandig om de verhuurder toestemming te vragen of een bepaald dier is toegestaan.

Dit betekent echter niet dat de verhuurder dan willekeurig gebruik mag maken van zijn beslissingsbevoegdheid. Zelfs als de verhuurder de hond of kat weigert, kan deze beslissing worden aangevochten via de rechter. Die zal dan per situatie oordelen welke partij de juiste argumenten heeft.

Elke situatie is anders

Ook bepalingen opgenomen in de statuten van de Vereniging van Eigenaren kunnen daarbij een doorslaggevende rol spelen. Als in deze statuten vermeld staat dat het houden van huisdieren verboden is in alle wooneenheden die zijn aangesloten bij de VvE, zal de huurder met een huisdier eieren voor zijn geld moeten kiezen en op zoek moeten naar een andere (huur)woning.

Overigens gelden er altijd uitzonderingen voor hulp- en blindengeleidehonden en honden die officieel erkend zijn als therapiehond bij mensen die leiden aan depressies, verslavingen of lichamelijke beperkingen. Zij mogen altijd in een huurwoning wonen.

Zoeken naar een compromis

Hoewel rechters de laatste jaren steeds vaker uitspraak hebben gedaan in het voordeel van de huurder, is het niet verstandig om zonder overleg met de verhuurder een dier in huis te nemen. Als de verhuurder kan aantonen dat het dier niet goed wordt verzorgd, de woning verontreinigt of beschadigt of overlast bezorgt bij de buren, staat hij al veel sterker in zijn schoenen voor de rechtbank.

Er zijn situaties bekend waarbij de rechter een veiligheidsnet voor katten op het balkon gedoogde, terwijl het op een ander balkon moest worden verwijderd omdat het aangezicht van het appartementengebouw daardoor werd aangetast. Daarom is het in alle situaties verstandig om eerst te overleggen met de verhuurder alvorens een huisdier aan te schaffen. Wellicht heeft hij minder problemen met een kleine Teckel in je appartement dan met een grote Rottweiler. Maak dan ook afspraken over de mogelijke schade die een huisdier zou kunnen aanbrengen. Denk daarbij aan krabsporen van de kat op deuren of het tapijt. Een verhuurder mag van je verwachten dat je die op eigen kosten herstelt als je de woning verlaat. Met duidelijke afspraken is de kans groot dat je verhuurder dan veel minder problemen heeft met de zo geliefde hond of kat.