Op proefdieren wordt in Nederand helaas nog altijd getest en daarbij gaat het om enorme aantallen. jaarlijks gaat het om zo’n 450.000 dierproeven. Daarnaast worden er ook nog eens jaarlijks duizenden dieren gefokt en afgemaakt zonder überhaupt gebruikt te zijn voor een dierproef. Gelukkig zijn er grootse ontwikkelingen gaande op wetenschappelijk gebied om ervoor te zorgen dat we in de toekomst honderd procent proefdiervrij kunnen zijn. En we zijn verder dan je denkt!

 

Over proefdieren in Nederland en fokoverschot

In Nederland worden op jaarbasis ruim 450.000 proefdieren ingezet en daarbij worden weinig diersoorten gespaard: honden, katten, apen, reptielen, knaagdieren, schapen, koeien… En niet alleen ontbreekt het deze dieren aan een fijn thuis en liefdevolle aandacht. Een ruime meerderheid van de dierproeven die in Nederland worden gedaan, kent een dodelijke afloop.

Daarnaast worden er in Nederland jaarlijks ruim 400.000 ongebruikte proefdieren gedood. Dit overschot aan proefdieren wordt ook wel fokoverschot genoemd. Die ontstaat doordat er meer dieren gefokt worden dan dat er gekocht worden door de onderzoekers om uiteenlopende redenen. Het dier is inmiddels te oud, niet van het ‘juiste’ geslacht of nestjes die groter zijn dan verwacht. Ook wordt er doorgefokt als er geen directe vraag is.

 

We zijn verder dan je denkt

Stichting Proefdiervrij gelooft in een toekomst zonder proefdieren. Jammer genoeg lopen ze nog vaak op tegen onwetendheid over wat er inmiddels allemaal mogelijk is. De maatschappij denkt bijvoorbeeld dat het moet kiezen tussen medicijnen voor mensen en het welzijn van dieren. Om verder te komen in de strijd voor proefdiervrije alternatieven is het belangrijk om onterechte conclusies over proefdiertesten de wereld uit te helpen. Daarom start Stichting Proefdiervrij de nationale campagne ‘We zijn verder dan je denkt’ om meer bewustzijn rondom proefdiervrij-onderzoek te creëren.

 

Nieuwe ontwikkelingen voor een proefdiervrije toekomst

Tot op heden is het testen op proefdieren helaas nog steeds nodig. Gelukkig staat de wetenschap ook op dit gebied niet stil en wekt aan oplossingen zodat het testen op dieren in de toekomst niet meer nodig zal zijn. We duiken in 3 nieuwe onderzoeksmethodes.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

proefdiervrij onderzoek

 

Hartmodel

Dr. Twan de Vries van het Leids Universitair Medisch Centrum heeft bijvoorbeeld een hartmodel ontwikkeld – gebaseerd op gekweekte menselijke hartspiercellen – om de bijwerkingen van medicijnen te testen. Met het model kunnen hartritmestoornissen realistisch nagebootst worden. Hiermee is het mogelijk bijwerkingen tijdig te signaleren zonder dat o.a. honden hiervoor moeten lijden tijdens een proefdieronderzoek.

 

3D kunsthuid

Onderzoekers van het Radboudumc ontwikkelen een 3D-kunsthuid. Dit model biedt een alternatief voor dierproeven. Met de kunsthuid is het namelijk mogelijk om de interactie tussen bacteriën op de huid en huidcellen op een natuurlijke manier te bestuderen. Deze manier van onderzoek zal meer kennis opleveren omtrent huidzieken zoals eczeem. Daarnaast is het model in te zetten voor de ontwikkeling van gerichte pre-, pro- en antibiotica.

 

Organoids

Ooit van Organoids gehoord? Wij tot voor kort ook niet, maar het is wel de dagelijkse kost voor verschillende wetenschappers. Organoids zijn ‘mini-organen’ die menselijke eigenschappen bevatten en welke gemaakt met weefsel afkomstig van patiënten. In het AMC Amsterdam worden de ‘mini-organen’ ingezet voor onderzoek naar virussen. Een mooi alternatief voor proefdieren. Bovendien blijkt het testen op dieren niet altijd zin te hebben. Klinisch viroloog Dr. Katja Wolthers legt uit:: ‘Dieren worden vaak anders geïnfecteerd. Het enterovirus bijvoorbeeld, dat bij de mens via de luchtwegen naar binnen komt. Bij muizen werkt dit anders; eer dat het virus de neus bereikt is het al weg. Dus heb je eigenlijk een ander model nodig.’  Dr. Wolthers gebruikt daarom organoids in haar onderzoek naar virussen in bijvoorbeeld de darmen.

 

Hoop voor proefdieren

De voorbeelden van wetenschappelijke ontwikkelingen zijn natuurlijk slechts een greep uit allerlei nieuwe methodes waaraan men werkt. En dat is goed nieuws voor proefdieren. Ook  Debby Weijers, directeur Stichting Proefdiervrij is hoopvol:  ‘Ik ben ervan overtuigd dat we de wetenschap kunnen verbeteren door ons te richten op proefdiervrije innovatie. In combinatie met mijn liefde voor dieren ben ik trots om directeur te zijn van een organisatie die werkt aan een toekomst waarin geen enkel dier proefdier hoeft te zijn.’

Bron: Stichting Proefdiervrij

 

Ook interessant voor jou:

 

nieuwsbrief