Wie zich bij ‘Alpenbok’ een gems voorstelt en bij ‘grote beer’ een grizzly, heeft het bij het verkeerde eind. En niet zo’n beetje ook! Want dit zijn dieren met namen die ons op het verkeerde been zetten. Wij vertellen waarom dat zo is en welke dieren zich nog steeds verschuilen achter misleidende aliassen.

1. Gloeiworm

Er is niets sprookjesachtigs aan gloeiwormen, die in warme zomerse nachten als kleine lantaarns door de lucht zweven. Als je beter kijkt, zie het meteen: het zijn geen wormen! Deze naam kregen de kevers omdat hun vrouwtjes en larven er vaak een beetje wormachtig uitzien.



2. Mierenleeuw

Hier hebben we het niet over een leeuwensoort, en ook niet over een groot uitgevallen mier. De mierenleeuw is veel meer een roofzuchtige netvleugelige larve. Zijn jachtmethode is legendarisch: hij graaft trechtervormige vallen in het zand en vangt daarin prooidieren, vaak mieren, die hij met gif verlamt.

 

3. Zeepaardje

Half vis, half paard zou hij zijn, de hippocampus – een fabelachtig wezen uit de Griekse mythologie. Is dat mogelijk? Kan hij het echt zijn…? Nee. Natuurlijk is dit geen sprookjesdier, maar een bizarre, schitterende vis.
Waarom wij mensen hem zeepaardje noemen, mag duidelijk zijn. Zijn kop en gebogen hals doen immers denken aan een paard.

4. Grote beer

Codenaam grote beer. Het klinkt indrukwekkend. Maar hoe komt een nachtvlinder in hemelsnaam aan de naam van een van de grootste landroofdieren, de beer? Een oplettende kijker zal het zien: de wollige, bruine kop van de vlinder heeft inderdaad iets weg van een beer! Daarbij komen de rupsen met hun opvallende beharing, die de associatie wekken dat je met pluizige teddyberen te maken hebt.

 

5. Alpenbok

Hoge bergen, zonnige dagen en veel bokken: in de Alpen heb je de gems, de steenbok en de reebok. Allen zijn ze hoefdieren uit de familie van holhoornigen. Maar er is ook de Alpenbok – en hij houdt ons met zijn naam voor de gek, want hij is een kever! De naam dankt hij aan zijn lange, hoornachtige voelsprieten.

6. Knorhaan

‘Knorhaan’ klinkt een beetje als een slecht gehumeurde haan. Maar hij is, overduidelijk, geen vogel maar een vis (ook wel poon genoemd). En een heel bijzondere vis ook. Hij heeft onder meer vleugelachtige borstvinnen en hij kan grommende geluiden voortbrengen. De combinatie hiervan verklaart waarom we hem de naam knorhaan gaven.

7. Olifantspitsmuis

Dit schattige wezentje is een dubbelagent. Of anders gezegd: zijn naam houdt ons dubbel voor de gek. Want hij is noch een muis, noch familie van de olifant. Hij behoort tot de springspitsmuizen. Waarom het diertje zo genoemd werd, is in ieder geval duidelijk: hij ziet eruit als een muis en heeft een slurf als een olifant. Olifantspitsmuizen leven overigens in Afrika en kunnen zich springend als een kangoeroe voortbewegen.


8. Vliegende hond

Vader hond, moeder vleermuis? Nee. Een sprookjesdier? Ook niet. Het gaat ook niet om een hond die kan vliegen, hoewel daar wel argumenten voor zouden kunnen zijn: de vorm van de kop, de geweldige neus, het gevoelige gehoor. Maar toch – met de familie van de hondachtigen heeft hij niks te maken. Hij is een vleermuis en eet alleen plantaardig voedsel, hoewel hij voorkeur heeft voor fruit en bloemennectar.

 

9. Mierenegel

Dit dier ziet eruit als een egel en heet ook zo, maar hij is een zogenaamd cloacadier, net als het vogelbekdier.
Mierenegels liegen ons niet alleen voor wat hun identiteit betreft, in de natuur zijn ze ook bijzonder raadselachtige wezens: ze leggen eieren en zogen de jongen na het uitkomen.



10. Guinees biggetje

We dachten de cavia, ofwel het Guinees biggetje, goed te kennen. Maar we zitten ernaast. Cavia’s zijn immers geen varkentjes. En ze komen ook niet uit Guinea! In zijn natuurlijke leefgebied in Zuid-Amerika noemt men hem kortweg Cuy. De Engelsen doen net als wij en noemen de cavia ook Guinees biggetje: ‘guinea pig’.

bron: Hart voor Dieren Magazine

nieuwsbrief dierentips